BLIJF MET ONS IN CONTACT EN STUUR EENS EEN MAILTJE: AMANRAALTE@GMAIL.COM


22 juli 2011

School of the Air

22-07: We gaan vandaag weer op weg naar het noorden. We moeten nu een beetje gaan opschieten want we hebben nog maar een week en we moeten nog een stukje. Ook willen we nog via Kakadu National Park rijden en een paar dagen in Darwin hebben.


Voordat we écht op weg gaan, brengen we eerst nog een bezoek aan de ‘School on the Air’ in Alice Springs. Dit is een school voor kinderen in de outback, ontstaan ná de oprichting van de Flying Doctors. In het kort is het een school c.q. studio van waaruit kinderen, vroeger per radio en nu via internet 1 op 1 les krijgen van een docent. Het ‘klaslokaal’ is maar liefst 3.000.000 km2 groot (vergelijkbaar met West-Europa) en in dit gebied krijgen 120 kinderen les van 12 docenten. Het ‘verste’ kind woont 1200 kilometer van Alice Springs. Een paar keer per jaar komen deze kinderen naar Alice Springs om samen te zijn met klasgenoten (sport, verjaardagen vieren etc.) en een paar keer per jaar worden deze kinderen door hun docent bezocht (gelet op de afstanden nog een hele opgave).
....iets ten noorden van Alice Springs passeren we
de Steenbokskeerkring, we zijn in de tropen!
Pas rond de middag draaien we de Stuart Highway weer op richting het noorden. Het valt op dat het ten noorden van Alice Springs nog wat ‘leger’ is dan in het zuidelijke deel. We houden zo’n 3 keer een tankstop om de diesel een beetje op peil te houden. Na zo’n 500 kilometer houden we het in Tennant Creek voor gezien. Het is mooi geweest voor vandaag en we zijn nog wat verder gekomen dan we gedacht hadden.
...wat bermbrandjes onderweg!


Royal Flying Doctors Service

21-07: Vannacht een koude nacht, tegen de morgen was het zelfs rond het vriespunt, maar nu het licht is staat de zon weer te stralen. Vandaag een dagje Alice Springs. We beginnen weer rustig aan met schoolwerk en een praatje met onze achterburen. Zij hebben een mooie “all-terrain uitklapcaravan”, een echte Australische uitvinding waarvan we er al diverse hebben gezien.



In de stad (nou ja, groot dorp!!) brengen we een bezoek aan de Royal Flying Doctors Service. Vanuit hier bestrijkt de RFDS een gebied van 600 kilometer rond Alice Springs met 4 vliegtuigen. Indrukwekkend om te zien hoe ze werken. Iedereen die afgelegen woont heeft een eigen uitgebreide zelfhulp-kist. Mocht er echt iets aan de hand zijn dan komen ze per vliegtuig bij je. Er wordt geland op kleine airstrips, verspreid in de outback, waarvan sommige bij slecht zicht moeten worden verlicht met fakkels. We kijken er van op dat ze per dag toch nog zo’n 5 keer uitrukken. Toch fijn om te weten dat wij tijdens ons verblijf in de outback, in noodgevallen, ook gebruik kunnen maken van deze service (de ‘Mantle of Care’ volgens oprichter John Flynn).

In de middag doen we wat klusjes in Alice Springs. Het is prachtig weer hier, zonnig en iets meer dan 20 graden. Bij de supermarkt brengen we onze voedselvoorraad voor de komende dagen weer op peil. Het is beter om dat hier te doen, dan in de kleine shops bij de roadhouses onderweg.

Alice Springs, Aboriginal capital!


20-7: Vandaag willen we naar Alice Springs, vanaf hier maar zo’n 100 kilometer. Dat is niet ver en we hebben dus genoeg tijd om wat schoolwerk te doen en een bezoek te brengen aan de buurman van het roadhouse, een ‘camelfarm’. Deze mensen vangen de camels (dromedarissen) in het wild, maken ze tam en gebruiken ze dan om mee te racen en om excursies te doen. Mooi om deze grote dieren eens even van dichtbij te bekijken.


Begin 1800 werden de eerste kamelen hier ingevoerd om ze te gebruiken bij expedities om het hete droge binnenland van Australië te verkennen en een goede route naar het noorden (Darwin) te vinden. Rond 1850 is dat Stuart gelukt, vandaar dat we nu ook de Stuart Highway volgen, dwars door het midden. Grote kameelkaravanen van Afghanen, Indiers en Pakistani trokken destijds door Australie. De trein die nu deze route volgt heet dan ook “The Ghan”. Toen rond 1920/1930 de auto meer gemeengoed werd, werden de kamelen en masse vrijgelaten en de bush ingestuurd. Deze vormden als van nature weer kuddes en hebben er voor gezorgd dat er nu zo’n 700.000 wilde kamelen in Australie rondsloffen.

Als afsluiting van het bezoek maken de kinderen een ritje op een kameel. Eenmaal er opgezeten, vindt Bente het niet zo’n goed idee en stapt af. Toon en Huub maken een rondje over het terrein. Het op- en afstijgen is het spannenste deel want een kameel gooit eerst z’n kont omhoog en dan pas de rest.


Na het bezoek aan de camelfarm is het nog een dik uur rijden naar Alice Springs, de grootste plaats in centraal Australië (26.000 inw.). Geen grote stad dus, maar wel even weer een plek om alles op orde te brengen voor de laatste 1500 kilometer naar Darwin.

De eerste camping die we bezoeken heeft geen ‘powered sites’ meer, dus kijken we verder want we hebben wel even een keer weer stroom nodig om alles op te laden. De volgende is raak, maar deze ligt nét buiten het centrum.

’s Middags kijken we rond in Alice Springs, een belangrijke stad in de Aboriginal-cultuur. Er zijn veel galerieën met Aboriginalkunst, ook de didgeridoo’s, boomerangs etc. zijn hier in grote getale aanwezig. We doen zelfs nog even mee aan een kleine cursus: “hoe krijg ik muziek uit een didgeridoo?”. Verder scoren we tussen de middag een ‘kangaroo-burger’, want dat hoort erbij in Australië!

Nadat we boodschappen hebben gedaan besluiten we nog even een paar blikjes bier te kopen. Heerlijk met dit warme weer. Als Edwin wil afrekenen wordt hem naar zijn identiteitsbewijs gevraagd. Dit geldt voor iedereen onder de 25! Edwin’s dag is weer goed!

PS: Zowel Bente als Laura maken het weer goed!

Kings Canyon - Stuart Wells

19-7: Vandaag naar de Kings Canyon. Het is nog maar een paar kilometer rijden vanaf de camping. We parkeren de auto en kiezen, gezien de verzwikte enkel van Laura, voor de korte wandeling van 1 uur. Het is een prachtige wandeling door de canyon met aan weerszijden stijle rotswanden. Na een klein eindje gelopen te hebben merkt Toon op dat hij een beest in de struiken ziet. We kijken naar de plek waar hij wijst en we ontdekken dat er zowaar een slang kruipt! Die hadden we nog niet op ons lijstje van ’gespotte dieren’ staan! We hebben geen idee wat voor slang het is, maar laten het beest verder met rust.


De wandeling door de Kings Canyon is echt prachtig en het rijden van de extra kilometers hiernaartoe meer dan waard.

Rond 11.30 uur gaan we weer rijden. Het is nu zaak om een flinke afstand af te leggen richting Alice Springs, ons volgende doel. Na zo’n kleine 400 kilometer zijn we bij een Roadhouse in Stuart Wells. Dit roadhouse is samen met een ‘camel farm’ alles waaruit dit gehucht bestaat. We kiezen voor een gratis ‘unpowered’ site. Als we de camper hebben geparkeerd gaan de kinderen direct naar buiten om de emu’s en kangoeroes te bekijken. Ook loopt de eigenaar van het roadhouse rond met een dingo aan de lijn. Het blijkt de ‘zingende’ dingo Dinky te zijn waarover zelfs eens in De Telegraaf een stukje heeft gestaan! We weten niet precies wat dat zingen inhoudt, maar volgens ons begint hij te janken als hij pianomuziek hoort. Het zou natuurlijk ook wat over de pianospeelkwaliteiten van de eigenaar kunnen zeggen!

’s Avonds koken we ons eigen potje en stappen daarna nog even in het donker naar buiten om de sterrenhemel te bekijken. Die is fantastisch!

19 juli 2011

Zo moeder, zo dochter...

18-7: Als we wakker worden is het weer stralend weer. We gaan dan ook lekker buiten ontbijten. Dan nog even alle klusjes doen en rond 10.15 uur gaan we rijden. Vandaag wél naar de Olga’s. Het is zo’n 50 kilometer rijden (enkele reis). Bij het eerste uitzichtpunt maken we een stop. Het is een klein eindje lopen. Op zich geen probleem, maar laat nou net Laura gisteravond haar enkel flink verzwikt hebben. Zo moeder zo dochter zeg maar… Maar als we er ruim de tijd voor nemen kunnen we allemaal genieten van het uitzicht.


Dan op naar het volgende uitzichtpunt. Onderweg zien we een auto in de berm staan. Dan zien we waarom! Er staan vier camels! Je zou denken kamelen, maar wij konden maar één bult per beest ontdekken, dan zijn het toch dromedarissen? Of is er geen engels woord voor dromedaris of dromehieris?
Bij het volgende uitzichtpunt gaat Edwin met de kinderen een eindje wandelen, Laura blijft maar liever in de camper. Rond 12.00 uur vertrekken we en gaan richting Kings Canyon. Dat is nog zo’n 350 kilometer rijden. De reis loopt voorspoedig en rond 17.15 uur staan we op de camping. Helaas is er weer geen ‘powered site’ beschikbaar. We koken ons potje, eten lekker weer buiten en dan allemaal op tijd naar bed.

17 juli 2011

Uluru (Ayers Rock)

17-07: Als we wakker worden schijnt buiten het zonnetje! De kinderen gaan naar buiten om weer in het rode zand te graven, wij serveren een ontbijtje vanuit de camper. Wat een bende geeft al dat zand zeg! Na het ontbijt informeren we bij de receptie waar onze ‘powered site’ voor vannacht is. Het blijkt vlakbij de speeltuin, de toiletten en de douches én vlakbij de laundry. Dat is prettig.

Dan gaan we weer op weg naar Uluru. Vandaag willen we een paar korte wandelingen maken langs Uluru. De eerste wandeling begint op het punt waar ook mensen deze voor Aboriginals heilige plek beklimmen. Het klimmen is niet verboden en wordt door veel mensen gedaan. De Aboriginals zien de touristen liever komen omdat het een heilige plek voor Aboriginals is. Op veel plekken mogen geen foto’s worden gemaakt. Wij respecteren het niet maken van foto’s en de klim wagen we ook niet. Het ziet er vanaf de grond al veel te gevaarlijk uit! Mensen schuiven ná de klim op hun kont naar beneden omdat het heel erg stijl is. Ons niet gezien met ook nog eens 3 (ondernemende) kinderen.

De wandelingen zjin mooi. Een wandeling eindigt bij een plek waar water van Uluru afstroomt/lekt. Het is er zo sereen dat het net lijkt of je een kerk binnenloopt. Onderweg zijn er rotstekeningen te zien die door Aboriginals zijn gemaakt.




Als we het ‘rondje Uluru’ gedaan hebben maken we nog even een stop bij het ‘Cultural Centre’. Er wordt wat informatie gegeven over hoe de Aboriginals leven. Verder is er veel Aboriginal Art te koop, tegen enorme prijzen. We slaan er van achterover. De keuze om wel of niet een souvenir te kopen is zo gemaakt.

We hebben het hier in Australië al eerder van mensen gehoord, het klinkt niet aardig, maar het is écht waar: “je ruikt de Aboriginals al voordat je ze ziet!”. Buiten ruiken we een enorme stank en zien dan, om de hoek, een aantal Aboriginals bezig om kunst te maken. We blijven niet ál te lang kijken.

Onze bedoeling was om ook vandaag een andere rotsformatie te bekijken, de Olga’s, maar daar hebben we geen fut meer voor. Het is erg heet vandaag. We gaan naar de camping, doen boodschappen en gaan om een uurtje of 16.00 uur lekker luieren. Daar zijn we inmiddels zeer goed in geworden!

Kulgera - Ayers Rock

16-7: Voordat we bij de camping wegrijden tanken we nog even weer vol. Edwin had gisteren al geconstateerd dat het binnen in het roadhouse enorm stonk. Vandaag hoorde hij bij betaling van de brandstof dat ze hier een muizenplaag hebben dit jaar. Vandaar dus ook dat we gisteren zoveel overstekende muizen zagen!

Ons doel vandaag is Uluru (Ayers Rock), het rode centrum van Australië. Onderweg vandaag weer geen enkele kangoeroe gespot en ook geen kamelen helaas. Wel zien we vandaag, net als gisteren overigens, vele autowrakken in de berm staan/liggen. Er zit zelfs een compleet uitgebrande touringcar bij! Volgens mede-touristen zouden de wrakken door Aboriginals zijn achtergelaten.

Als we zo’n 60 kilometer voor Uluru bij een roadhouse een pauze houden, besluiten we dan maar een ‘camel burger’ te bestellen. Qua smaak hetzelfde als een hamburger van rundvlees, maar leuk om een keer gegeten te hebben. Het weer wordt onderweg steeds beter!

Om ongeveer 15.00 uur zijn we in Ayers Rock. Bij de ‘i‘ vragen we waar de camping is, de supermarkt en hoe laat de zonsondergang is bij Uluru. Vervolgens vullen we onze voorraden weer aan, boeken een plekje op de camping (helaas zijn er alleen nog maar ‘unpowered sites’). We kijken even hoe dat er uitziet. Het blijkt een grote vlakte met veel kuilen en waterplassen te zijn, maar goed er is geen andere optie.

Dan op weg naar het National Park waar een plek is waar je de zonsondergang bij Uluru perfect kunt zien. We zijn ruim op tijd, maar het is al aardig druk. Waarschijnlijk ook omdat het vandaag erg mooi weer is. De kinderen gaan meteen graven in de rode aarde, ze maken hun eigen Uluru. Wij maken ondertussen een praatje met andere Nederlanders die we daar treffen. Als de zon bijna onder gaat wordt de kleur van Uluru steeds mooier. Het is echt de moeite waard. In de schemer rijden we naar de camping. Maken een stop bij het wc-gebouw om de kinderen nog enigszins schoon te krijgen en hobbelen dan de ‘campground’ op.