BLIJF MET ONS IN CONTACT EN STUUR EENS EEN MAILTJE: AMANRAALTE@GMAIL.COM


26 maart 2011

...over 500 kilometer, links afslaan!!

Antofagasta - Copiapó


25-03: Na het ontbijt gaan we onmiddellijk op weg. Vandaag is de langste etappe van onze rit naar Santiago de Chili. Ruim 500 kilometer en geen snelweg, zoals hier bijna gebruikelijk. Ruim 60 kilometer maken we een stop bij een kunstwerk in de woestijn: “Mano del Desierto” (Woestijnhand). Ergens rond de middag maken we bij een keetje langs de weg een tussenstop. Er staan ook een aantal vrachtwagens, dus het zal wel goed zijn. We bestellen allemaal een cazuela vaca: soep met groente, maïs, pompoen en een stuk rundvlees erin. Lekker.

Dan weer verder. De omgeving verander nauwelijks. Het blijft heel veel NIETS!

Rond half zes komen we aan in Copiapó. Een plaats die eind vorig jaar wereldwijd aandacht kreeg in het nieuws in verband met de mijnwerkers die ingesloten waren. We vinden een leuk en net hotel waar we wel twee nachten willen blijven. ’s Avonds kunnen we er ook eten, dus we hoeven alleen maar de kamer in te lijven. ’s Avonds rond negen uur gaan we slapen. Voor ons wat vroeg, voor de kinderen wat laat.

25 maart 2011

Iquique - Antofagasta

24-03: Rond acht uur zijn we wakker. Omdat het ontbijt niet inclusief is, pakken we direct de boel in en vertrekken we richting Antofagasta. Als we de sleutel inleveren zit er niemand achter de balie van de receptie. We leggen de sleutel maar neer. We zien dan toevallig dat er een gummiknuppel achter de balie ligt. Zal wel niet voor niets zijn… Op de parkeerplaats is een mannetje dat de poort voor ons opent en dan kunnen we weer gaan rijden. Het is nog een heel gepuzzel om de stad uit te komen. Veel eenrichtingswegen, veel wegwerkzaamheden en ook nog een weg afgezet door de politie. Na wat rondrijden zitten we eindelijk op de juiste route en kunnen we vaart maken naar Antofagasta. Onze route gaat langs de oceaan. Het is wel tegenstrijdig wat we zien. Een hele grote “bak met water”, oceaan genaamd, langs een woestijn waar werkelijk niets groeit vanwege de droogte. Een grote stofbende. Wat we ook onbegrijpelijk vinden is dat er toch her en der nog mensen wonen in “huisjes”. Zonder stromend water, zonder elektriciteit, zonder tuin waar wat groeit. Bovendien gaat het vaak gepaard met een enorme rotzooi! Ook geen voorzieningen in de buurt. Wat doe je daar de hele dag als je zo woont?

In Tocopilla maken we een stop om te tanken en wat te drinken. Dan weer verder. Rond twee uur zijn we in Antofagasta. Het hostel dat we uit de Lonely Planet hebben uitgezocht zit vol. Op naar de volgende. Daar is plek, maar het staat ons eigenlijk niet aan. Twee kamers, een 'double' en 'triple', maar niet naast elkaar, geen baño privado, geen internet, geen ontbijt inclusief en geen beveiligde parkeerplaats. We gaan nog even verder kijken. Het volgende hotel zit ook vol… Dan nog eenmaal de reisgids erbij. Hotel San Marcos. Dit hotel heeft alles wat we willen, alleen niet voldoende slaapplaatsen. Er is een 'triple' beschikbaar, maar men vind het geen probleem als we er zelf twee matjes willen bijleggen. Weer gelukt! Nu zitten we ook nog dicht bij het centrum.

Na een portie schoolwerk gaan we de stad in en kiezen een restaurant uit. We hebben inmiddels geleerd dat Bente en Huub wel samen toekunnen met één bestelling. Dat is hier geen probleem. Ieder krijgt de helft geserveerd op een bord.

Na het eten lopen we nog even een stukje door de stad. Er is iemand die met marionetten, muziek en ballonnen straattheater maakt. Wel leuk om even te kijken. Dan weer richting hotel om gestrekt te gaan.

PS: Toon heeft zijn website ook weer aangevuld. Neem snel een kijkje!

Weer afzakken naar het zuiden, Arica -Iquique.

23-3: Na het ontbijt is het een kwestie van schoolwerk, inpakken, afscheid nemen van de schildpad en: wegwezen. Vandaag begint voor ons gevoel het afscheid van Zuid-Amerika. We zakken weer af naar Santiago. Dat ligt ruim 2000 kilometer zuidelijker dan Arica, nog een hele ruk. De eerste etappe begint vandaag en zal leiden naar Iquique. We rijden weer door de kale Atacama-woestijn. Rond vier uur zijn we in Iquique. Voor de afwisseling gaan we nu in een ander hotel dan de vorige keer: Hotel Santa Laura. Volgens de reisgids is de buurt ‘shabby’, maar het hotel netjes en veilig. Bovendien is er een afgesloten parkeerplaats. De beschrijving blijkt te kloppen. Het hotel is oké, de buurt duidelijk minder.

We dumpen onze spullen op de hotelkamer en gaan het centrum in, waar het wel prettig is. Even ergens wat drinken. Even weer naar de pier om nogmaals de zeeleeuwen van dichtbij te bewonderen en dan ergens wat eten. We zijn wat aan de vroege kant. Om half 7 gaat de keuken open. We besluiten maar gewoon geduld te hebben en onder het genot van een drankje te wachten tot we kunnen bestellen. De kinderen regelen dat de televisies, die zowel binnen en buiten hangen, op een kinderzender worden afgestemd. Is het wachten voor hun ook een makkie. Na het eten nog even langs de Unimarc om een ontbijtje voor morgenvroeg te kopen en dan langs de (naar vis) stinkende mercado en de zwervers naar ons veilige hotel. Op tijd naar bed.

23 maart 2011

Eeuwige lente

22-03: Iedereen heeft weer goed geslapen, de kinderen met z’n drieën in kamer 13, wij in kamer 2 er tegenover. De kinderen gaan weer volop aan het werk voor school. Edwin gaat met Huub z'n gehalveerde broek ophalen bij de ‘snieder’. Het resultaat mag er zijn, daarom leggen we ook nog gauw even een korte broek van Toon, met een scheur, op de toonbank. Deze wordt ook nog even snel, vakkundig en haast onzichtbaar gerepareerd.

Tot in de middag zijn de kinderen bezig voor school en met knutselen, daarna nog even de stad in. Wat een fijne plek is Arica toch, met recht 'de stad van de eeuwige lente'. Er is hier altijd zon en nooit regen (tenminste de laatste 400 jaar niet). Ook hebben ze hier één van de beste ijssalons van het zuidelijk halfrond, waarbij de bolletjes schepijs in Nederland maar schril afsteken tegen de met een ‘plamuurmes’ in elkaar geknutselde ijsco's hier.

22 maart 2011

Bejaarde reuzen

In Argentinië nog wat meer dan in Chili, maar overal zijn ze te bewonderen, prachtige oude Europese vrachtwagens.

Vooral de oude Mercedessen van het type MB 1518 en MB 1114 zijn een bekend fenomeen in het straatbeeld. In Nederland waren deze vrachtauto’s aan het begin van de jaren ’70 nog in gebruik als zandauto’s, maar in dit deel van de wereld komen ze nu nog in allerlei verschillende uitvoeringen voor, met een enkele of dubbele cabine, als tankwagen, personenbus, camper, legervoertuig etc. Vooral op het platteland zijn deze auto’s nog in ruime mate aanwezig en worden als echte pakezels ingezet. Als slakken kruipen ze de hellingen op en af, dikke zwarte rookwolken uitstotend. Gelukkig heeft iedereen hier voldoende tijd!!

Het lijkt erop dat deze typen hier ergens in Zuid-Amerika nog steeds worden geproduceerd want regelmatig zien we nog bijna nieuwe, enigszins gemoderniseerde, exemplaren rondrijden.

De huidige lichting vrachtauto’s bestaat met name uit nieuwere Amerikaanse trucks, met aanzienlijk minder nostalgische waarde. Een plaatsje op deze blog is voor deze ‘oude besjes’ is dan ook zeer verdiend.



Arica again

21-3: Na het ontbijt gaan we direct rijden. Terug naar Arica. Het is een enorme afdaling. Van 3500 meter gaan we weer naar zeeniveau. Op de heenweg hadden we hier in een ravijn al een container gespot en nu weten we deze op de foto vast te leggen. Het zal je maar gebeuren…


Als we weer in de buurt van Arica zijn stellen we de TomTom in op Dimango aan de zee. Deze tip kregen we van de Nederlands sprekende vrouw de we onlangs bij de Mac in Arica hadden ontmoet. Het is een restaurant met ijswinkel aan de kust met speeltoestellen. Deze bleek helaas gesloten. Maar de kinderen vermaken zich prima op het gigantische speeltoestel.

Als we weer bij ons hostel in Arica zijn installeren we ons wederom in dezelfde kamers. De kinderen verzetten nog even wat schoolwerk, wij zoeken was bij elkaar en zoeken de kleding uit. Wat past nog, wat is gescheurd. Edwin heeft onlangs een nieuwe broek gescoord en heeft besloten om van zijn jeans een korte broek te laten maken. De hostel eigenaar verwijst ons naar een kleermaker in de buurt. 
Lijkt Nederland wel!

Dan gaan we de stad weer in. Het is inmiddels al half vier en we hebben trek. We eten bij een leuk restaurant. Het smaakt weer prima. Dan nog even de broek naar de kleermaker brengen. De oude man begreep gelukkig direct wat de bedoeling was. Morgen om 10.00 uur is het resultaat zichtbaar.

Bij ons hostel gaan de kinderen nog even lekker spelen en vermaken ons met bloggen, internetten en emailen.

21 maart 2011

Lauca National Park

19-3: Na het eenvoudige ontbijt gaan we de auto in. Op aanwijzingen van onze hostel-eigenaar in Arica gaan we eerst naar het einde van ruta 11, naar Chungará, gelegen aan Lago Parinacota. Als we hier ’s morgens op tijd zijn, is het zicht het best, aldus het advies.

De route erheen is fantastisch. De helft is geasfalteerd, de andere weg gravel. Omdat het de weg is van de haven van Arica naar Bolivia zijn er veel Boliviaanse vrachtauto’s die met ronkende motoren de bergen op kruipen.

De bergen zijn prachtig en we krijgen een steeds beter zicht op Volcán Parinacota. Wat een machtige vulkaan is dit! Tien jaar geleden zijn we hier ook geweest, maar toen was de vulkaan verdwenen in een onweerswolk. Bovendien lag er toen, voor zover wij konden zien, geen sneeuw op de vulkaan.

Bij Lago Parinacota gaan we even uit de auto. Er staan wat Chilenen met GBR-etjes. Bente en Huub hebben nog wat zakgeld en kopen een sleutelhanger. Wij bekijken, op verzoek van het thuisfront, de poncho’s.
“Leuke felle kleurtjes” is de zoekopdracht… dat is moeilijk. Hier zijn de stoffen, in grote hoeveelheden, en passend in de omgeving geweldig, maar in Den Ham?… We besluiten hier onze slag niet te slaan maar later het thuisfront nog even te vragen of de “felle kleurtjes” écht wel de bedoeling zijn.

We lopen naar het prachtige meer waar een flamingo en diverse reuzen-meerkoeten te zien zijn. Ook zien we enkele viscachas. Dat is een soort chinchilla, maar je kunt het ook vergelijken met een konijn met een lange staart. Wel grappig om te zien.

Dan gaan we weer terug om het kerkje in Parinacota te bekijken, een klein gehucht. Het is een heel klein kerkje, maar helaas zit de deur op slot. Van andere toeristen hoorden we dat de sleutel, volgens traditie, in beheer is bij de oudste bewoner van het dorp. In dit geval een oude man die op dit moment in het ziekenhuis ligt… Geen kijkje in deze kerk dus. Dan maar even wat te eten scoren. De keuze is beperkt. Gefrituurd brood, gebrande maïs, coca-thee… Nou, doe dan maar coca-thee in verband met de hoogte en gefrituurd brood. Dat gaat er wel in, ook bij de kinderen.

Dan weer verder terug. De bedoeling is om de Termas aan te doen. Als we er zijn blijkt er een staaldraad over de weg gespannen met een slot erom… Geen Termas dus. Later horen we dat de weg alleen is afgesloten in verband met de regen van een tijdje geleden. De weg is slecht, maar de Termas was te voet te bereiken. Helaas.

Terug bij ons hotel gaan de kinderen nog wat schoolwerk doen. Dan gaan we weer bij hetzelfde restaurant als gisteren eten. Daarna nog een ijsje op de plaza en dan weer naar het hotel. Op tijd onder de dikke dekenlaag.

van Arica naar Putre

19-03: In de loop van de morgen vertrekken we uit Arica. Gewapend met een routebeschrijving van onze hostel-eigenaar gaan we op pad richting Putre. Hij heeft precies uitgetekend waar we onderweg leuke dingen kunnen zien en wat een mooie route is. Vanuit Arica nemen we dan ook niet de gangbare route, maar de ‘archeologische route’, hier zijn veel geoglyfen te zien, oude tekeningen op de bergen gemaakt door de oorspronkelijke bewoners. Deze route voert ook door de 'Valle de Azapa', een groene vallei met veel groente- en fruitteelt.


Bij Poconchile komen we op weg 11, de gangbare weg van Arica naar Bolivia. Dit houdt meteen veel vrachtverkeer in. Bolivia ligt niet aan zee, dus een groot deel van de bevoorrading van dit land vindt plaats via de haven van Arica, met als gevolg dat alles per vrachtwagen, via weg 11, de Andes over gesleept moet worden.

De route is mooi en voert ons al gauw weer naar grote hoogte, de valleien blijven groen maar de bergen worden kaler. Onderweg stoppen we bij een onderkomen langs de weg. Het lijkt in eerste instantie een soort kioskje c.q. restaurantje maar het is meer een onderkomen van een gezin waar iets gegeten of gedronken kan worden.

We worden meteen verwelkomd door een hele aardige meneer met een lange baard (nee, niet sinterklaas!) en deze begint meteen honderduit te vertellen over stenen, de natuur, de sterren, scherven etc. De kinderen hangen aan z’n lippen. Er worden prachtig gekleurde stenen en mineralen tevoorschijn gehaald en wat vergrootglazen om ze goed te kunnen bekijken. Voor Hollandse begrippen is het er een beetje een rommeltje, maar de ontvangst is hartelijk. Later komt ook de vrouw des huizes erbij. We drinken een paar mokken coca-thee, een probaat middel tegen hoogteziekte. We praten wat over Nederland en Chili en hun keuze om daar te gaan wonen en de kinderen dáár op te voeden, ver weg van de bewoonde wereld. We komen moeilijk weg, want de kinderen zijn allemaal aan het werk geslagen met stenen en vijlen om er iets moois van te maken, praktijkgericht leren zeg maar!!!!

Na bijna anderhalf uur gaan we dan toch verder, we moeten naar Putre voor een overnachtingsplek. Dit is niet zo heel ver meer. Putre is een klein plaatsje op circa 3500 meter hoogte in de Andes. We vinden een plek in een eenvoudig hotelletje, waar toevallig nog een Nederlands stel zit dat hier in de buurt ook een trektocht houdt, verder zijn er geen gasten.

Als de laatste straal zon achter de bergen is verdwenen is het gelijk koud. ’s Nachts koelt het hier af tot net boven het vriespunt. In dit soort contreien is het dan ook heel normaal een heel dik pak dekens op de bedden aan te treffen. Ademhalen is al moeilijker op deze hoogte, maar onder zo’n dik pak dekens wordt ook het laatste beetje lucht uit je lijf geperst.

Putre

...een alpaca in de eettent!