BLIJF MET ONS IN CONTACT EN STUUR EENS EEN MAILTJE: AMANRAALTE@GMAIL.COM


5 februari 2011

CONTACT!!

Zo.....we zijn weer in de bewoonde wereld na een paar internet- en verbindingloze dagen. Uiteraard hebben we de stukjes voor deze blog wel getypt en de foto's ingeladen. Dus kijk snel hier onder voor de laatste berichten..........

Eentonig

04-02: Vandaag geen tenten opruimen en matjes oprollen, dus we kunnen op tijd weg. We pakken weer Ruta 3 naar het noorden. Qua navigeren is het een makkie de afgelopen en de komende dagen. Het weer is erg wisselvallig.

Het landschap is hier erg eentonig. Een lange rechte weg, met om onverklaarbare reden zomaar ergens in de vlakte een haakse bocht. Het blijft dus opletten. Ook wemelt het hier weer van de beesten langs de weg. Kudden guanaco’s, gordeldieren, stinkdieren, nandu’s en zelfs een vos kruist het pad van onze bus. Het is duidelijk dat guanaco’s daar niet echt handig in zijn want de kadaverdichtheid is hier hoog langs de weg. Om de paar honderd meter ligt wel één of meerdere kadavers in verschillende stadia van ontbinding.

Na zo’n 150 kilometer het eerste teken van leven, een tankstation. Even een korte break en dan weer door. Omdat het weer toch niet zo super is willen we vandaag even een flink stuk rijden. Op die manier kunnen we morgen een bezoek brengen aan een nationaal park met versteende bomen.

Na nog eens zo’n 150 kilometer weer een tankstation in een miniscuul dorpje. Weer strekken we even de benen en eten ee broodje achter de bus. Tussen deze tankstations is er ook echt helemaal niets, maar dan ook niets te beleven.

Rond half vier komen we aan in Comodoro Rivadavia. Een redelijke plaats in deze omgeving, die helemaal draait op de oliewinning hier in deze regio. Een foeilelijke provinciestad. We hebben er even door heen gelopen om de vuile was weg te brengen, te pinnen en wat te eten, maar we hebben niets moois kunnen ontdekken. Toch blijven we hier 2 nachten in een eenvoudig hotel zodat we morgen het versteende bos kunnen bezoeken.

’s Avonds doen de kinderen met Laura nog wat schoolwerk en haalt Edwin de schone was weer op. Nu kunnen we ook onze blog weer bijwerken.

4 februari 2011

PN Monte Léon - Puerto San Julián

3-2: Vannacht heeft het hard gewaaid maar het is gelukkig droog gebleven. Dat scheelt een hoop sores met het inpakken. Het zit wel wat dreigend in het westen, dus gelijk na het opstaan maar de spullen opbreken. Daarna lekker ontbijten. We nemen afscheid van onze gastvrouw en haar familie, het was een erg plezierig verblijf hier op deze plek, een aanrader voor anderen.


Rond 11. 00 uur gaan we rijden. Eerst hobbelen we 20 kilometer terug door het National Park naar de verharde weg, ruta 3. Daarna gaat het weer naar het noorden. We rijden niet al te ver vandaag, zo’n 150 kilometer, want de volgende grote plaats is wel weer heel veel verder. We stoppen in Puerto San Julian. Op zich is daar niet veel te doen, er staat een replica van de boot van Hernando de Magellan en een museum waarin het trauma van de Falkland-oorlog wordt verwerkt (en misschien de heldendaden enigszins overbelicht worden). Dit geloven we allemaal wel en besteden het grootste deel van de middag aan schoolwerk, dan kunnen we de komende dagen wat eerder vertrekken en dus wat grotere afstanden afleggen, want het is nog een heel eind.

Als het schoolwerk gedaan is, is de siësta hier ook afgelopen en is de supermarkt weer open. We halen boodschappen voor het avondeten en de komende dag. We willen rijst met een prutje maken en vlees erdoor. In de supermarkt staat een potige slager met grijze haren op zijn arm. Als we duidelijk hebben gemaakt dat we een plak vlees in blokjes willen lukt dat prima. Met zijn blote handen pakt hij het vlees en snijdt het op een snijplank waarop tevens een wazig doekje ligt. Dat wordt flink braden vanavond!

Bij de cabaña gaat Edwin met de kinderen vissen in het tegenovergelegen meer en doet Laura het snijwerk voor het avondeten.

PN Monte Léon

2-2: Als we wakker worden staat de zon al hoog aan de hemel en brandt op onze tenten. We hebben goed geslapen en scoren een ontbijtje bij het campinggebouw. Het is een eenvoudig maar heerlijk ontbijt. We besluiten om nog een nachtje hier te blijven, het is hier zó mooi en de tenten staan tóch al. Qua voorraad eten en drinken hebben we niet echt gerekend op kamperen, maar omdat hier ook wel wat basis-dingen te krijgen zijn, moet het nét lukken. Na het ontbijt doen de kinderen nog wat aan het schoolwerk. Als de moet-klusjes af zijn gaan we naar het strand. De kinderen doen meteen de schoenen en sokken uit en vervolgens ook maar de broeken om heerlijk in de branding te spelen. Ze vinden de golven wel spannend! Ook zoeken we mooie stenen. Eigenlijk krijgen we er geen genoeg van, maar de zon is te fel, en we hebben ons niet ingesmeerd. Dus na een tijdje gaan we terug naar de camping. Het is inmiddels alweer middag. We eten ons laatste brood en fruit op, drinken wat en gaan dan naar de pinguïnkolonie.


Het is ongeveer 2,5 kilometer lopen door het steppelandschap naar de kolonie. Net als bij de camping worden we hier gewaarschuwd voor de aanwezigheid van poema’s: ga niet alleen op pad én niet tussen 19.00 en 09.00 uur. Ook staan er wat handige tips voor als je wel een poema tegenkomt.

Onderweg zien we links en rechts beenderen van guanaco’s liggen. Waarschijnlijk gedood door poema's. Dichterbij de pinguïnkolonie liggen er ook aangevreten pinguïns. Het moet erg makkelijk zijn om in dit gebied poema te zijn, met tien- of honderdduizenden pinguïns om je heen. De kolonie moet een McDonalds voor poema’s zijn, gewoon een kwestie van heen lopen en een paar pinguïns ophalen.

Op de terugweg krijgen we een regenbui op de kop en zien we dat het weer een beetje aan het veranderen is. We zien het wel, het weer is hier erg veranderlijk dus lang zal het wel niet regenen.

Gelet op onze beperkte voedselvoorraad eten we een eenvoudige maaltijd in het kampeergebouw en kletsen we wat met de beheerster en haar familie. Tegen de avond regent het wat meer en we gaan op tijd in de slaapzak, want dat is geen overbodige luxe na veel late avonden. De regen tikt gezellig op het tentdoek. Nog maar even niet denken aan het opvouwen van de tenten morgen….

Parque Nacional Monte leon

01-02: Om 8.00 uur wordt Laura wakker gebeld door de receptie want onze auto staat in de weg. Laura wekt Edwin en deze zet de auto aan de kant. Jammer, we hadden eigenlijk wel wat langer willen slapen, maar het is niet anders. We zitten in een echt ouderwets stads hotelletje met echte krakende houten vloeren. Heel degelijk maar erg netjes. Ontbijt is ’included’, dus dat gaan we dan maar even doen.

Na vertrek even tanken en wat boodschappen doen in Rio Gallegos. We pakken Ruta 3 weer naar het noorden. We willen naar National Park Monte Leon, zo’n dikke 200 kilometer verder op. Lekker makkelijk vandaag dus! Hier is het ook allemaal asfalt en een supergoede weg.

Onderweg nemen we een eenzame Argentijnse lifter mee. Op de vraag waar hij naar toe moet, antwoordt hij “Puerto Madryn”. Daar gaan wij ook naar toe, maar dat is nog ruim 1200 kilometer. Dat doen we vandaag dus niet en dus zal hij met wat minder afstand genoegen moeten nemen. Langs de weg staan dan ook van die erg ‘opbeurende’ bordjes: “Buenos Aires, 2530 km”, zeg maar de afstand “Raalte-Moskou” en dan hebben we al 500 kilometer afgelegd vanuit Ushuaia en dan ben je ook nog lang niet in het noorden. Wat een enorm land dat Argentinië en wat een ruimte.

Bij de ingang van het National Park nemen we afscheid van onze lifter en wij registreren ons in het park om hier vannacht te kamperen. Ook een groot stuk Atlantische kust maakt deel uit van dit park, met pinguïn-, aalscholver- en zeeleeuw-kolonies. De pinguïns slaan we over, dat doen we morgen, maar we kijken wel even bij de zeeleeuwen. De kust is hier prachtig met mooie rotsen en kliffen. Dit park huisvest ook een grote populatie poema’s, die zich hier te goed kunnen doen aan pinguïns en guanaco’s.

We melden ons even bij het campinggebouwtje. Vóór we de tenten gaan opzetten wandelen we eerst nog even over het strand. Het is laag water en we kunnen helemaal naar de aalscholverkolonie toelopen, dit eiland is nu bij eb helemaal drooggevallen. De oceaan heeft hele delen van de rotsachtige kust uitgehold en nu bij laagwater kunnen we helemaal in deze cavernes lopen.

Met enige routine zetten we de twee koepeltentjes op, op één van de mooiste kampeerplekjes van het zuidelijk halfrond. Ook koken we een lekker maaltje achter in de bus op ons twee-pittertje. Een heerlijk diner met een super-uitzicht.

Na het eten nog even naar het strand. Het is nu hoog water en waar we vanmiddag liepen staat nu 9 meter water boven. De kinderen vermaken zich prima in de branding.

Dan de kinderen de tent in en wij drinken nog een biertje.

2x op één dag naar Argentinië

31-01: Vandaag is het dan zover. We vertrekken weer uit Ushuaia. We hebben de afgelopen weken alleen maar naar het zuiden gereden en we keren nu om, met andere woorden Ushuaia is ons Bartlehiem. Vanaf nu rijden we hoofdzakelijk naar het noorden.


We vertrekken niet al te vroeg (iets voor 12) omdat Toon en Bente eerst allebei nog ‘vervolg 2’ van de Cito-rekentoets moeten maken. We hebben eigenlijk ook geen idee waar we vandaag ongeveer willen komen. Het is namelijk zo, dat wanneer we langs de Atlantische kust van Argentinië willen rijden we eerst nog weer een klein stukje (ongeveer 150 km) door Chili moeten. Dat houdt in dat we in korte tijd twee keer de grens over moeten, met beide keren een papierwinkel. Ook moeten we de Straat van Magellan weer over met de veerboot. Het zou handig zijn om vandaag dan net vóór de grensovergang San Sebastian te overnachten, dan hebben we morgen voor beide grenzen en de boot.

We zijn al vrij snel bij de grens in San Sebastian. De overnachtingsplek die we in ons hoofd hadden was eigenlijk meer een restaurant dan een hostel en het is nog vroeg. We besluiten maar de grens door te gaan en dan onderweg maar te kijken of we iets kunnen vinden om te slapen. De grensformaliteiten aan de Argentijnse en Chileense kant gaan erg vlot dit keer. Na de grens in Chili begint gelijk de gravel weer en sommige stukken zijn erg slecht. In totaal zo’n 120 kilometer.

Onderweg is er helemaal niets, dus zeker geen overnachtingsplek en we besluiten maar door te rijden naar de boot in Bahia Azul. Dit is een overtocht van ongeveer 20 minuten en er hoeft niet te worden gereserveerd. Ondertussen is het al bijna half 9 en we weten niet of de boot nog vaart. Als we aankomen zien we dat de boot nét gearriveerd is en de auto’s er af rijden, hij gaat nog een keer terug en we kunnen mee. Da’s mazzel, hoeven dus bijna niet te wachten en dan hebben we de boot ook mooi gehad en zijn we vrij wat we verder willen doen.

De overtocht is koud en winderig en de boot stampt dan ook redelijk. Hoewel het maar 20 minuten is, gaan we toch even naar het kleine dek. Ineens zien we dolfijnen opduiken, een speciaal soort welke zwart-wit gekleurd zijn en een beetje de vorm van een tonijn hebben. Wat later zwemmen ze in groepjes met de veerboot mee en springen beurtelings uit het water. Prachtig om te zien. Ook duiken er her en der nog weer wat pinguïns op in het water. Al met al een leuk extraatje op deze overtocht.

Als we over zijn begint het al te schemeren. In het eerste de beste dorpje vragen we naar overnachtingsplaatsen. Die zijn er wel, maar allemaal vol, da’s balen!!! We besluiten toch maar door te rijden, tja wat moet je anders. Het is al bijna tien uur en we horen dat de grens om elf uur dicht gaat. We willen ook niet vóór de ketting bij de grens staan. Dus de laatste 40 kilometer gaat het gas even iets verder open, maar het is verdomd goed opletten met al die beesten langs de weg, zoals kuddes guanaco’s en schapen die buiten het raster lopen.

Om half elf zijn we bij de grens. Ook hier gaat het aan beide zijden erg snel. Vandaag dus weer vier stempels in het paspoort. Op deze manier moeten we eerder naar huis want dan zijn de paspoorten vol. We zijn nu al zo’n zes keer de grens over geweest en het is elke keer 2 stempels. Maar met alle grappen hebben we nog geen slaapplek en voorzichtig beginnen we ons een beetje in te stellen op een nachtje doorrijden c.q. bivakkeren in de auto, want vlak na de grens is er ook niets. Zo’n 60 kilometer verder komen we in Rio Gallegos, een redelijk grote stad. We slaan de Lonely Planet er op na en koersen af op een daarin genoemd eenvoudig hotelletje. Het is al half 12, dus hopen dat er nog iemand is. We hebben geluk, er is nog iemand, ze hebben een 2 en 3 persoonskamer voor ons en niet al te duur. Dus gelijk toehappen. Auto op slot, ons opsplitsen in groepen van 2 en 3, kleren uit en ogen dicht. Inmiddels is het kwart over 12 en zijn dus ruim 12 uur onderweg geweest, maar zijn wel flink opgeschoten.

1 februari 2011

Dolfijnen

Gisteren, tijdens de overtocht met de veerboot van Vuurland naar het vaste land werden we opeens vergezeld door een hele grote groep dolfijnenen die kris-kras langs en onder de veerboot doorzwommen. Schitterend om te zien!! We hebben nog niet kunnen achterhalen welke soort dit was, maar dat komt nog.

31 januari 2011

Ruta 3

Vandaag verlaten we Ushuaia en beginnen aan de 'Grote Trek' naar het noorden. We rijden Ruta 3, naast Ruta 40 de belangrijkste Nood-Zuid-verbinding in Argentinie. Volgens de gegevens is deze weg geheel verhard, dat is goed nieuws voor ons én de bus. Alleen een klein deel door Chili is nog onverhard. We gaan het zien.



het Charles Darwin-gevoel

30-01: Vanmorgen was het weer tijd voor een (reken)Cito-toets. Zowel Toon als Bente moesten er aan geloven. Beide moeten nu nog één Cito doen.


Rond half drie zijn we in de haven en gaan alvast bij het kantoortje van de Ms. Barracuda staan waar we gisteren de kaartjes hebben gekocht. We zijn wat aan de vroege kant, want we hoeven hier pas om 3 uur te zijn. Het geeft niet want het is mooi weer en er staan al meer mensen te wachten om mee te gaan met een tocht over het Beagle-kanaal. Onze boot vertrekt om half 4, dus ruim op tijd.

Zo rond 3 uur vertrekken successievelijk allerlei boten en groepen mensen, maar van iemand van de Barracuda is geen spoor te bekennen. Het kantoortje is dicht en blijft dicht, terwijl er duidelijk op de deur staat dat er vandaag om half 4 een boot vertrekt. We vragen wat rond en collega excursie-ondernemers vinden het raar. Ze raden ons aan vast door de haven-controle te gaan en naar de boot toe te lopen. Het is inmiddels iets vóór half vier en bij de boot aangekomen is daar geen enkel teken van leven te ontwaren. Bij een naastgelegen catamaran, die al ongeveer aan het vertrekken is, informeren we nogmaals naar deze gang van zaken. Heel vreemd vinden ze het!!! Nou, komt het leuke….we kunnen gewoon met hen mee. Dat is nog eens super. We leveren ons betaalbewijs in en zij zullen het morgen wel regelen met het kantoor van de Barracuda. Echt super, anders hadden we mooi met lege handen gestaan vandaag, wel betaald maar geen excursie. Dan was het Charles Darwin-gevoel aan ons voorbij gegaan, dat zou toch erg jammer zijn geweest.

Als we aan boord zijn vertrekken we onmiddellijk. Met een redelijke snelheid verlaten van de haven van Ushuaia en varen het Beagle-kanaal op. Het is mooi helder , droog en zonnig weer. We varen langs diverse eilanden met kolonies zeeleeuwen, koningsaalscholvers en sterns. Er is voldoende mogelijkheid om te fotograferen. Op één eiland leggen we aan en kunnen we even aan land. Als laatste varen we langs de beroemde vuurtoren van Ushuaia (uit de roman van Jules Verne "de vuurtoren op het eind van de wereld"), deze staat moederziel alleen op een rotsig eiland een eind in het Beagle-kanaal.

Na een kleine 3 uur varen zijn we terug in de haven en lopen nog even door de stad. Hoewel we nog maar zo’n drie hele dagen hier zijn, hebben we het gevoel hier al heel lang te zijn. Er hangt hier een heel relaxte sfeer en het is een fijne stad om te vertoeven. Morgen gaan we weer rijden, in noordelijke richting (tja, veel andere richtingen kun je hier ook niet op!!!). Met weemoed nemen we afscheid van Ushuaia, echt een plek om ooit nog eens terug te komen.



Groot, groter, grootst

Wat ligt daar nou al een paar dagen in de baai van Ushuaia voor anker? Een groot jacht-achtig schip, een helikopter op het voordek en ook nog één op het achterdek. Is dat nou een cruise-schip? of een onderzoeksschip voor Antarctica?

Nee, het is de ms Octopus. Eén van de grootste privé-jachten van de wereld. Eigendom van Paul Allen, de 3e rijkste man van Amerika en naast Bill Gates de mede-oprichter van Microsoft. Tjonge, wat een enorm jacht. Even GOOGLEN (niet van Microsoft!!) levert al gauw een schat aan informatie op:

Een megajacht van 126 meter lang, met inderdaad 2 helikopters aan boord, zeven kleine bootjes binnenin dit jacht en een tweetal mini-onderzeeers voor ongeveer 10 personen. Kosten, een slordige 200 miljoen dollar. Aan boord is 60 man personeel waaronder een aantal voormalige special forces, een dergelijke beveiliging is ook geen overbodige luxe als je zoveel geld hebt.

30 januari 2011

Speculaas in PN Tierra del Fuego

29-1: Na het ochtendritueel van ontbijten, schoolwerk e.d. gaan we eerst langs onze nieuwe overnachtingsplek, om te voorkomen dat men denkt dat wij zijn afgehaakt. Als we de sleutel in ons bezit hebben gaan we naar het Parque Nacional Tierra del Fuego. Het is een schitterend natuurpark met mooie meren, besneeuwde bergtoppen op de achtergrond en lenga en nirre bossen. Als we helemaal tot aan het eind van ruta 3 zijn gereden parkeren we de auto en gaan we een wandeling maken. Deze wandeling gaat door de bossen naar het water. Onderweg zien we overal de door bevers afgeknaagde bomen en de dammen die ze van deze boom(takken) maken. Wat een ravage kunnen deze dieren aanrichten. De 25 paartjes die enkele decennia geleden zijn uitgezet, zijn nu uitgegroeid tot een plaag van 250.000 bevers! Dat is mogelijk omdat de bever hier geen natuurlijke vijand heeft. Het toerisme probeert er het beste van te maken. Er zijn geloof ik zelfs tours waarin je bevers kunt gaan spotten.


Het eind van de wandeling leidt naar een schitterende plek aan het water. De kinderen kunnen er heerlijk spelen en wassen hun vondsten (=stenen) schoon. Na een tijdje gaan we weer terug naar een ander uitzichtpunt. Ook schitterend. Dan gaan we naar de bus en genieten van een heerlijke brok speculaas die we mee hebben gekregen vanuit Nederland. Deze hebben we speciaal bewaard voor “het einde van de wereld”. Het smaakte extra lekker.

’s Middags gaan we, na een heerlijke zelfgekookte maaltijd, de stad weer in. We informeren nog een keer voor boottochten door het Beagle-kanaal. We vinden dat we het toch moeten doen en boeken voor morgen! Als dat is geregeld gaan we naar het Yámana-museum. Het is een klein museum dat gaat over de oorspronkelijk bewoners van Tierra del Fuego. Deze mensen leefden naakt, het hele jaar door, in dit barre klimaat.

Ze voeren in zelfgemaakte kano’s en jaagden op vis en guanaco’s. Om het toch nog enigszins warm te hebben, maakten ze in de kano een vuurtje op een ondergrond van gras (met de wortels naar boven). Zo deden ze dat ook op de wal. De eerste ontdekkingsreizigers zagen zo hier overal grote vuren branden en noemden dit gebied daarom vuurland. Na de komst van de ontdekkingsreizigers was het gauw gedaan met deze inheemse bevolkingsgroep.



Als we voldoende van het museum gezien hebben stappen we naar buiten en zien een prachtige regenboog boven het Beagle-kanaal. Wat een mooie felkleurige regenboog! In de haven liggen diverse cruise schepen, waaronder de “Veendam” van de Holland Amerika Lijn. Het ziet er gaaf uit. Als we weer voldoende souvenirwinkels bekeken hebben gaan we “huiswaarts”.