22-01: Als we wakker worden schijnt de zon al, dus we gaan rijden vandaag. We breken gelijk alles op want in Patagonië weet je het nooit, het weer kan hier ieder moment omslaan. We krijgen dus alles mooi droog in de zakken en in de bus. Na het ontbijt gaan we rijden, mooi op tijd. We gaan weer verder richting het zuiden maar weten niet precies tot hoe ver we vandaag willen of kunnen komen, dat zien we onderweg wel. In de meest logische route zit nog 70 kilometer gravel, maar we besluiten maar de verharde weg er omheen te nemen, maar die is wel 80 kilometer om, dat hebben we er graag voor over.
In een verlaten dorpje willen we tanken maar daar is geen diesel. Voor ons op zich geen probleem want de tank zit nog wel halfvol en we hebben nog een jerrycan, maar zo’n geintje kan je hier duur komen te staan. Je moet de tank hier wel volhouden. We gaan wel even naar binnen om wat te drinken, net als een drietal oude gaucho’s. Zij zijn waarschijnlijk al vroeg begonnen met bier drinken, want één van hen kan nauwelijks meer op zijn benen staan. Aan de modder op zijn gehaakte barret en zijn jas te zien is hij ook al een keer gevallen. Na een wc bezoek zijn ook daarvan sporen te zien op zijn broek. De kinderen kijken hun ogen uit en vinden het wel grappig dat deze man in zijn broek heeft geplast.
Volgens onze kaart moeten we bij Puerto Natales de grens met Chili over omdat daar douane-kantoortjes zijn. We horen onderweg dat er bij een noordelijker grenspost ook wel douane is. Dat zou mooi zijn omdat we zó het National Park ‘Torres del Paine’ gelijk op onze route mee kunnen nemen. We hoeven dan niet weer speciaal vanuit Puerto Natales naar dit park toe te rijden. De afslag naar deze kleine grensovergang is een klein gravelweggetje vanaf de doorgaande weg. Als eerste weer de Argentijnse kant afwerken. Wij zijn de enige ‘klanten’ en het gaat vlot en gemoedelijk en we maken even een praatje met een goed engels sprekende douanebeambte. De Chileense post zit 8 kilometer verder op aan deze gravelweg. Bij deze post staat enorm veel wind. De auto wordt gezandstraald en staat te schudden. Het is bijna onmogelijk om de deuren open te krijgen, we gaan dan ook door de schuifdeur naar buiten. Ook hier weer de gebruikelijke documenten (Migraciones, Aduana en Fytosanitaria), maar we weten ondertussen precies wat we wel en niet moeten invullen. De klus is dan ook snel geklaard.
Na een bak koffie bij het naastgelegen restaurant gaan we verder richting Torres del Paine. Onderweg zien we bij een brug twee motorrijders, één van de motoren ligt op z’n kant. We stoppen om te helpen. Ze vragen of we hen in de luwte van de bus naar de overkant van de brug willen rijden. Uiteraard, geen probleem, zo gaat dat hier. Eerst rijden we met één motor vlak naast ons de brug over. Als deze veilig aan de andere kant is gaan we de andere ophalen. Eerst samen de motor rechtovereind zetten en ook dan rijdt deze stapvoets, vlak naast onze bus, in de luwte naar de overkant.
Ook hier is het weer allemaal gravel. We betalen de toegang door het park en rijden een prachtige route. Onderweg zien we weer volop wildlife: guanaco’s, struisvogels, ganzen met jongen, maar ook weer azuurblauwe meren. De drie Torres zijn in de mist gehuld, maar op een bepaald moment zijn twee van de drie Torres te zien.
We proberen een overnachting in het park te regelen, maar de meeste onderkomens zitten al vol en ze zijn allemaal héél duur. Dat wordt ‘m niet!! Hoewel het al aan de late kant is, besluiten we toch naar Puerto Natales te rijden voor onderdak. Dat is nog een dikke 80 kilometer, waarvan zo’n 70 over gravel. Door het sterk wisselende weer hier, zien we de prachtigste regenbogen onderweg.
In Puerto Natales valt niets meer te merken van de stakingen van de afgelopen tijd. Het is weer een vredig plaatsje zoals altijd, helemaal ingesteld op bezoekers van over de hele wereld. Ondanks de overvloed aan hostels, hospedajes, cabañas etc. valt het voor ons niet mee om een plekje te vinden. Na wat kris kras door de stad gereden te hebben, hebben we beet. Gauw een kratje vol (nacht)spullen naar de kamer en dan wat te eten opscharrelen. Het is toch nog weer een lange dag geworden.