BLIJF MET ONS IN CONTACT EN STUUR EENS EEN MAILTJE: AMANRAALTE@GMAIL.COM


3 december 2010

van sneeuw naar zout

02-12: Vanuit Twin Falls rijden we strak naar het zuiden via weg 93. Dat is een bijna recht eind van zo’n 120 mijl. Hier verdwijnt langzaam de sneeuw en komt het groen weer te voorschijn. Ook de zon laat zich volop zien. Wat een genot om eens een poos over schone wegen te rijden. Ergens onderweg steekt een verdwaalde coyote, een eindje vóór ons, de weg over. Leuk om te zien.


Ergens op dit stuk weg komen we Nevada binnen. Gelijk achter het bord, wat dit heugelijke feit vermeldt, staat dan ook een casino en het dorpje heet ‘Jackpot’, handig om doorheen te komen als je nog een hele reis te gaan hebt.

Na een stop bij een pleisterplaats voor truckers (voelen we ons nu ook thuis!!) in Wells, gaan we haaks om naar het oosten, richting Salt Lake City (op Interstate 80). De weg klimt en daalt wel af en toe maar het zijn verder gigantische uitgestrekte stukken highway als je weer een berg overkomt.

Na zo’n 50 mijl op weg I-80 komen we weer in Utah, bij Wendover. Hier beginnen ook de uitgestrekte zoutvlakten van The Salt Lake Desert. Ongelofelijk wat een vlak stuk gebied na zoveel bergen in de afgelopen tijd. Weg 80 loopt er als een lange streep dwars doorheen naar Salt Lake City. Onderweg komen we langs de ‘Bonneville Speedway’, dit zijn de kilometerslange racetracks op de zoutvlakte waarop vanaf 1935 snelheidsrecords worden verbroken.

Tegen de avond, rond een uur of 6, zijn we vlak voor Salt Lake City. We gooien de tank nog een keer vol en gaan een hapje eten. Laura heeft alweer een KOA-camping opgeduikeld uit het grote boek, daar gaan we naar toe want deze is ‘year-round open’. Het kantoortje zit al dicht maar we pakken een enveloppe van de plek waar we willen staan, vullen onze gegevens in, doen het geld erin en gaan op de plek staan, zo simpel kan het zijn.

2 december 2010

...nog meer sneeuw richting Salt Lake City!

01-12: Vannacht minder koud dan anders, maar het heeft wel aardig gesneeuwd. Na het ontbijt weer richting Jackson, om ons propaantekort bij te vullen, zodat we verzekerd blijven van verwarming, geen overbodige luxe in deze contreien. Ook doen we de was in Launderette “The missing sock”. Wat boodschappen halen, en onder het wachten op de was, doen de kinderen schoolwerk. Het sneeuwt nog steeds en het uitzicht is daardoor stukken minder. Het advies van de supermarkt-manager gisteren om nog wat noordelijker te gaan om mooie sneeuwtoppen (Teton-gebergte) te bekijken moeten we maar in de wind slaan. Met dit weer zijn ze niet te zien, en we hebben al heel wat bergen, hoge pieken en passen gezien.

Het lijkt ons een beter plan om richting Salt Lake te gaan. We hebben eigenlijk ook sneeuw en kou genoeg gehad. In eerste instantie zouden we dan weg 22 moeten nemen richting Teton en de Teton-pass over, maar die blijkt vandaag afgesloten te zijn. We moeten dus wederom terug naar Hoback (voor de derde keer), waar we weg 26 kunnen nemen. Deze is gelukkig wel open, anders zit je helemaal in de val.

Het sneeuwt nog steeds en het is weer een barre tocht. Nu is op sommige plaatsen zelfs geen weg meer te zien, alleen een grote witte vlakte met een paar sporen. Edwin heeft het rijden goed onder controle en gelukkig rijden we op een gegeven moment achter een sneeuwploeg. Deze twee schuivers spuiten de sneeuw hoog op langs de kant, maar op een gegeven moment draait de wind wat en krijgen we de volle laag over ons heen en zien we een aantal seconden helemaal niets, dat is toch redelijk beangstigend als je op dat moment tussen de 70 – 80 kilometer per uur rijdt, met een sliert verkeer achter je. We zijn dan inmiddels al in de staat Idaho aangekomen.

Na een warme hap rond een uur of half twee rijden we Idaho Falls binnen, eindelijk weer eens een beetje bewoonde wereld. We pakken daar de I-15 richting Salt Lake City. Bij Pocatello gaan we verder naar het westen op I- 86.

Laura heeft ondertussen twee camperparks gevonden in Twin Falls waar bij staat dat ze het hele jaar open zijn en voldoende faciliteiten hebben. Het enige wat we na het douchen en kleren wassen nog nodig hebben is een mogelijkheid om de afwas te doen. Deze vuile vaat slepen we al een paar dagen met ons mee, omdat we nergens kunnen afwassen. We hebben zelfs al wat papieren bordjes, plastic kommetjes en plastic bestek gekocht om hier niet meer afhankelijk van te zijn.

Omdat we de twee adressen hebben kunnen we gerust doorrijden naar Twin Falls, dat is nog wel zo’n dikke 100 mijl ná Pocatello en het is al donker. Rond 19.00 uur zijn we bij het eerste adres, deze campground is inderdaad open en ze hebben plek zat.

Gelukkig kunnen we hier afwassen, is er WiFi én kabeltelevisie. Voor de kabeltelevisie hadden we onderweg al een kabeltje op de kop getikt, omdat we al een paar campings hadden gehad die deze mogelijkheid boden, maar we geen kabel hadden. Qua afstand was dit een nuttige dag en komen we hopelijk in iets warmere streken. Morgen richting het salt lake van Salt Lake City, maar die zal ook wel weer onder een dikke laag sneeuw liggen.

1 december 2010

Bus!

Door alles wat we op dit moment zien en beleven zouden we toch bijna onze eigen vertrouwde bus vergeten. Moederziel alleen, weggestopt in een kille container van HamburgSud. Deze is op 25 november, aan boord van de ms. Liverpool Express aan z'n eigen grote reis begonnen van Rotterdam naar Valparaiso in Chili, gelukkig samen met honderden andere soortgenoten c.q. containers.


Volgens het 'Track & Trace'-systeem van HamburgSud kunnen we een klein beetje in de gaten houden waar onze bus ongeveer uithangt. Op dit moment is dat Tilbury in Groot-Brittanië. Over een poosje begint de grote oversteek, richting het Panama-kanaal. Hopenlijk treffen we elkaar in goede conditie, ergens ná Kerst in Chili.

geen Yellowstone

30-11: Na alle plichtplegingen van de ochtend, gaan we weer op pad. De auto moet eerst wel flink ontdooien. We rijden eerst weer richting Pinedale om boodschappen te doen. Bij de supermarkt krijgen we ‘vaste klanten’-korting ondanks dat we maar één keer komen (aardig hè!) en bij het tanken krijgen we twee grote bekers koffie voor noppes (weer aardig!!). Het is nog een dikke 130 mijl naar Yellowstone, dus dat kunnen we vandaag wel halen.


...hoezo, may be??
Wederom wat sneeuw- en ijswegen onderweg, maar ondertussen zijn we daar wel aan gewend. Vlak vóór Jackson stoppen we in een klein plaatsje, Hoback genaamd, bij een supermarkt om even iets te drinken. We vertellen de supermarkt-manager wat onze plannen zijn. Hij geeft aan dat alle wegen in Yellowstone gesloten zijn omdat er geen sneeuw wordt geruimd, een tegenvaller dus. Wel kun je er, volgens hem, met een tour doorheen. Dat is wel jammer, maar dan maar zo’n tour. De supermarkt-manager is ook erg behulpzaam en aardig (beetje zo’n type van de Albert Heijn-reclame), hij gaat onmiddellijk wat contacten van hem bellen en komt dan met de mededeling dat er op dit moment ook geen tours door het park zijn. Dat is tegenvaller 2. Wat hem betreft moeten we wel naar het park toe rijden want op de weg er naar toe kom je langs Teton National Park, met veel kans op wild. Omdat hij zo lekker voor ons aan het bellen is vragen we ook even naar campgrounds die open zijn. Hij weer bellen!! We kunnen bij de overbuurman terecht, maar die heeft ook geen water. We zouden eventueel kunnen douchen en badderen in het recreatie-zwembad van Jackson. Hij tekent alles in op een kaart. Dan gaan we weer op pad. Eerst even bij de buurman langs. Daar kunnen we vanavond altijd terecht, maar hij adviseert ook even in Jackson bij een campground te vragen, die heeft ook douches en toiletten.
  
Wij naar Jackson. Tjonge wat een dood wild langs de weg, er staan zelfs van die tekstkarren langs de weg die waarschuwen tegen overstekend wild ('CAUTION, big game migrating'). De campground in Jackson vinden we na een poosje. Daar kan niemand ons echt helpen maar er zijn inderdaad douches en toiletten open. Deze camping proberen we vanavond wel even weer.

We gaan nu niet meer richting Yellowstone rijden. We gaan naar het zwembad in Jackson. Deze blijkt wel open te zijn, maar we hebben een probleem omdat we geen zwemkleding bij ons hebben. Gelukkig is dat in het zwembad te koop. Kost een paar stuivers, maar dan heb je ook wat. De kinderen hebben dat ook wel een beetje verdiend na een paar dagen rijden. Pas om 15:30 uur kunnen we zwemmen want dan zijn de zwemlessen afgelopen. Onze kinderen worden regelmatig even teruggefloten door de in grote getale aanwezige lifeguards. Het blijkt dat in een amerikaans zwembad lang niet zoveel mag als in een Raaltes zwembad. Na een dik uur dobberen, zwemmen en glijden zijn we weer helemaal fris en uitgeloogd. Heerlijk na een aantal doucheloze dagen.

Bij de campground aangekomen is er nog steeds niemand te bekennen. Het gaat ons net iets te ver om onszelf zomaar ergens aan te sluiten, we besluiten 12 mijl terug te rijden naar Hoback (van vanochtend). Het is nu wel helemaal donker, met dus een aanzienlijk risico op overstekend wild. We nemen het risico en doen ‘kalm an’. Al gelijk staat er een grote ‘elk’ in de berm en we zien een wolf of coyote staan, wat het precies is kunnen we zo snel niet zien.

In Hoback aangekomen vragen we (bij de inmiddels bekende supermarkt) of we ergens wat kunnen eten, dat kan niet, dat kan alleen in Jackson (ja, daag!!!). We nemen een warme gegrilde kip mee uit de supermarkt en melden ons bij de buurman voor een sta-plekje. Gauw aansluiten, gordijnen voor de ramen en achter de kip.

Dus voor ons geen Yellowstone maar we hadden de reis er naar toe niet willen missen. Het is ook een beetje de prijs die je betaald voor het 'bij de dag leven' zoals we nu doen, maar dat hebben we er graag voor over, het levert ons veel onverwachte momenten op.



30 november 2010

voor de jagers onder ons!!


Ik weet dat zich onder de trouwe volgers van deze blog een aantal jagers bevinden. Die wil ik het volgende niet onthouden. Kijk zo kan het ook.....

  
   ...hier weet men het beste en meest ecologische scharrelvlees wat het land te bieden heeft nog op waarde te schatten. Edwin. 

...nog meer sneeuw

29-11: Allemaal weer lekker geslapen, we worden elke morgen iets later wakker, maar het is nog steeds redelijk vroeg. Omdat we vandaag een eind willen rijden, gaan we even niet aan school werken, maar vertrekken zo snel mogelijk. Omdat er geen was- en douchegelegenheid open is doen we dat maar even provisorisch. Wel nog even boodschappen doen voor vertrek, want je weet maar nooit.

Het landschap is adembenemend en bijna niet te omschrijven. Heel veel “niets”, urenlang. Het geeft een gelukzalig gevoel om hier te rijden, met z’n vijven, en ons favoriete muziekje (veel Bruce) op. Wat een vrijheid, wat een genot! We komen ook nauwelijks verkeer tegen, een paar auto’s per uur maar.

Al gauw na het vertrek uit Vernal begint het te klimmen en wordt de wegcondities slecht, slechter, slechtst, uiteindelijk een dikke laag c.q. koek sneeuw op de weg en een straffe wind. Het rijden is hier erg moeilijk vooral als het even bergafwaarts gaat. De camper kan het goed hebben, maar het een kwestie van super-geconcentreerd rijden, met de alarmlichten aan (= hier normaal voor langzaam verkeer omhoog). Op sommige stukken is het gewoon een sneeuwvlakte zonder strepen. De grote trucks stuiven omhoog en laag. Af en toe komen we een sneeuwploeg tegen, maar ja, die gaat dus de andere kant op, daar hebben we niets aan!! Dit is nog weer spannender dan de rit van afgelopen vrijdag.

Na zo’n 50 mijl kiezen we voor weg 44 naar het noorden, naar Rocks Springs, omdat weg 191 (meer logisch) is afgesloten in verband met de sneeuwval. Opnieuw hele stukken niets en ruig land. We zijn dan inmiddels in de staat Wyoming aangekomen (de ‘badlands’ van Wyoming). In de buurt van Rock Springs gooien we de tank nog een keer tot de nok toe vol en gaan nog een stukje noordelijker, naar Pinedale.

Inmiddels is het al 16.00 uur en dus tijd om een overnachtingsplaats te zoeken. Die is er niet in Pinedale, alleen een gesloten camping. We worden ongeveer 10 mijl terugverwezen naar Boulder, daar zou een camperpark zijn. Die hadden we al gezien op de heenweg, dus maar even teruggereden. Inderdaad, daar kunnen we terecht voor 30 USD, maar er is alleen maar stroom, wederom geen water, wc- en douchgelegenheid, maar wel Wi Fi en dat is voor ons ondertussen bijna net zo belangrijk geworden als een toiletgelegenheid. Gauw op onze plek installeren, want hier is het ook stervenskoud, boven op een hoog plateau met een straffe wind en nu al 10 graden onder nul. De campingjuf gaf aan dat ze vannacht -30 graden (wij hopen dan maar Celsius en niet de hier gebruikelijke Fahrenheit) voorspellen. Omdat afwassen een probleem is hier, en we nog wat afwas hadden staan van gisteren (toen konden we ook al niet afwassen) moeten we even improviseren met het warme eten. Gelukkig hebben we een redelijk gevulde koelkast, dus een éénpansgerecht met brood etc. is snel gemaakt, wat yoghurt en fruit ná en we kunnen weer lekker gaan slapen. Morgen verder richting Yellowstone National Park (volgens de nieuwsberichten ook al zo'n oord wat op dit moment niet bekend staat als behaaglijk warm).

Dino's in Utah.

28-11: Het heeft wel gevroren vannacht, maar het is niet zo koud geweest als gisteren, want de ramen zijn aan de binnenkant niet bevroren. Na het ontbijt wordt er weer voor school gewerkt, rekenen en schrijven. Huub wil altijd het liefst voor school werken, want hij hoeft alleen maar wat te kleuren en doolhofjes te doen. Dat steekt de anderen wel een beetje. Na het leren wordt er nog even buitengespeeld op het speelplaatsje op de camping.

Rond 12:00 uur volgen we vanuit Craig weg 40 naar het westen. Het is een erg ruig gebied. We zien diverse keren verschillende soorten herten lopen. Wat een immense ruimte, op veel plaatsen is er zo ver je kunt kijken helemaal niets te zien. Prachtig!!! We komen ook door Dinosaur, waar we even tanken. Het is wel verstandig om de tank een beetje vol te houden want de afstanden zijn groot en op die manier kunnen we ook gebruik maken van de generator aan boord als dat nodig mocht zijn. Dinosaur Nat. Mon. is een nationaal park waar men enorm veel dinosaurus-restanten heeft opgegraven, en dat nog steeds doet. Het gebied ziet er ook echt prehistorisch (Jurassic-Park-achtig) uit.

Alle officiële gebouwen en camp-sites van het Dinosaur National Monument zijn in verband met de winter gesloten. Voor overnachten zijn we dus weer op een RV-park of campground aangewezen. In Vernal pakken we weg 191 naar het noorden. Net buiten het dorp is een KOA-camping waar we proberen een plekje te vinden. Er is echter geen balie-bezetting en er zijn ook geen ‘night-registration’-enveloppen te vinden waar je geld in kunt doen. We bellen ‘Nick’, hij geeft aan dat we op een plek tussen 11 en 40 kunnen gaan staan en maar 20 USD door de brievenbus moeten doen. Da's geen geld. later blijkt ook wel dat er alleen electra is, verder niets. De WC's zijn afgesloten, dus daar moeten we even creatief mee omgaan (ook een beetje prehistorisch eigenlijk!!). Ook de WiFi-verbinding krijgen we niet aan de praat, daarom zien jullie dit bericht nu pas.


28 november 2010

Aardige mensen

O.K., als je de VS binnenkomt en op de wat meer officiële plekken bent, kan het wat onvriendelijk toegaan, maar over het algemeen komen we superaardige en behulpzame mensen tegen. Zojuist nog, kwam de mevrouw van de camping bij ons gelopen met twee grote bekers warme koffie. Dat is toch geweldig!!! Voor de kinderen had ze gisteren allemaal een zakje 'lekkers' meegegeven.

Iedereen is bereid te helpen, de weg wijzen, een telefoontje te plegen naar een camping, een praatje te maken over Nederland, een paar extra dekens bij de camperverhuur. Ook in NY, als we even met de plattegrond stonden te kijken, werden we onmiddellijk aangesproken door iemand die ons de weg wilde wijzen. Voor dat we het wisten hadden we alweer 'nee' gezegd, omdat we dachten dat iemand ons weer iets wilde verkopen. Later schaam je jezelf voor je reactie.

Dit wilden we toch even kwijt......

....en nog meer Rocky Mountains!!

27-11: Ondanks de kou heeft iedereen toch goed en warm geslapen. De elektrische kachel sloeg af en toe aan, maar vooral de cabine-kant is toch erg koud. Buiten zit het helemaal dicht (mistig) en ziet het er erg troosteloos uit. Eerst lekker ontbijten, aankleden en dan gaan de kinderen aan het werk voor school. Dat gaat prima!!

Rond een uur of 10 breken we op en rijden via weg 40 richting het westen. Het weer is goed opgeknapt en het zonnetje schijnt mooi. We gaan opnieuw redelijk weer omhoog, naar de Muddy Pass (2631m) en de Rabbit Ears Pass (2828 m) bij Steamboat Springs (prachtige namen hebben ze hier in de omgeving). Ook dit is een echt wintersport gebied. We staan nu even te pauzeren en proberen vandaag nog een eind richting Dinosaur National Monument te komen.

Tussen de middag werken we ook nog even voor school. We halen het tot Craig vandaag, daar zien we een camperpark wat er goed uit ziet. Gelukkig is er ook WiFi, dus kunnen we dit bericht en het verhaal van gisteren weer op de blog plaatsen en jullie mailtjes en reacties op onze blog lezen.

Als de camper staat gaan de kinderen nog even buitenspelen terwijl er bloemkool met aardappelen gekookt wordt. Ook hier is het nog steeds erg winters, maar niet meer zo koud als gisteren.


Verjaardag, camper en sneeuw

26-11: Vandaag Laura’s 39e verjaardag!! Toch vreemd om je verjaardag in een ander land te vieren. Rond een uur of 10 gaan we naar de camperverhuur. Eerst een hele papierwinkel doorworstelen en dan een uitgebreide uitleg. We hadden één van de kleinste campers gehuurd, maar voor ons is het nog een redelijk bakbeest . Deze is voor ons voldoende. In deze tijd van het jaar (laagseizoen) is het qua prijs vergelijkbaar met een huurauto, en nu hebben we in ieder geval een dak boven ons hoofd.

We gaan op de I-70 richting het westen, vanuit Denver zit je dan onmiddellijk in de Rocky Mountains, hoge bergen met dikke sneeuwbuien rondom de toppen. Er staat enorm veel wind (tegenwind), die aan de camper trekt. Na een poosje slaan we rechts af, en gaan in noordelijke richting weg 40 op, richting Granby. Al snel krijgen we de eerste haardspeld-bochten. Het stijgt erg snel, maar de camper kan het goed aan. Door ons snelle stijgen, en het dalen van de luchtdruk, ontploffen bijna de twee chipszakken die we gekocht hebben. In verband hiermee moesten we ook de druk in ons (lucht)bed van de camper laten zakken.

Na een paar mijl stijgen begint het ook nog te sneeuwen en is de weg teruggebracht tot twee rijsporen. Het is dus erg voorzichtig omhoog rijden. Bij het afdalen wordt het nog lastiger, de weg is nog minder schoon en de automaat wil steeds opschakelen terwijl wij de snelheid laag willen en moeten houden, dus maar in z’n 3 of 2 naar beneden. Dan komen we in verschillende wintersportdorpen.


Bij een tankstation vragen we of we daar kunnen overnachten. Dat kan niet, maar de beste man belt voor ons een adresje zo’n 40 minuten verder op, daar is ook stroomaansluiting. Daar gaan we naar toe (Kremmling). Als we daar aankomen is de zon al onder en is het al bijna donker. Gauw de stroom aankoppelen want het is hier stervenskoud. Voor het eerst zelf koken. Het uit-eten zijn we ook wel een beetje zat, dus dit is lekker. Na het eten, plassen, tandenpoetsen en onder wol. Dat is ook hard nodig want het ijs staat al op de binnenkant van de ramen en ‘kozijnen’.