BLIJF MET ONS IN CONTACT EN STUUR EENS EEN MAILTJE: AMANRAALTE@GMAIL.COM


26 februari 2011

Wat was er vandaag?

25-2: Vandaag een relax dag. We informeren bij de receptie of ruta 40 richting het noorden vandaag wel begaanbaar is. Zij verwijzen ons door naar de politie, twee blokken verderop. Als we zelf naar de lucht kijken lijkt het ons verstandig om nog een nachtje bij te boeken. De voorspelling is dat het zaterdag en zondag opklaart.

Na het ontbijtje, dat zonder dat we het wisten, bij de prijs was inbegrepen, gaan we richting politie. In een aftands gebouw worden we vriendelijk geholpen. Maar wel in het Spaans… We begrijpen dat ze nu bezig zijn om ruta 40 richting het noorden weer schoon te maken. Wij concluderen dat we morgen verder kunnen reizen.

Dan nog even verder het stadje in om te zien wat voor winkeltjes er zijn. Op deze ochtend is het een veel levendiger stadje dan gistermiddag tijdens de siësta. Er is veel verkeer en voor hier zijn er ook veel fietsers.

Rond de middag doen de kinderen weer wat aan hun schoolcarrière en brengt Edwin de was naar de lavanderia. ’s Middags scoren we weer een heerlijk Argentijns ijsje want ja, we zijn er nu toch. Het zonnetje is inmiddels gaan schijnen. Dan spelen de kinderen nog op hun kamer in de stapelbedden en trekken (zoals gebruikelijk) alles overhoop. Ze maken van de twee stapelbedden racewagens…

’s Avonds koken we weer zelf. Daarna halen Laura en Toon de was op bij de lavanderia. Het bonnetje met het te betalen bedrag erop mee. Wat kan er mis gaan? Niets eigenlijk, alleen hebben we waarschijnlijk de was niet naar een wasserij gebracht, maar naar een stomerij… Normaalgesproken betalen we ca. 30 Argentijnse peso’s (€ 6,00). Op het bonnetjes staat: 42 Argentijnse peso’s. We vonden het al wel iets duurder, maar goed, dat kan. Bij het ophalen van de was blijkt dat het om 42 kledingstukken ging! Met allemaal een eigen prijs om te wassen… Totaalbedrag: 114 Argentijnse peso’s ofwel: € 23,00. Vier keer zo duur! En nog niet helemaal droog ook! Nou ja, bij thuiskomst decoreren we de cabaña met al deze 42 kledingstukken, en houden ternauwernood nog een plekje voor de laptop over om dit stukje te schrijven.

25 februari 2011

Trapped

24-02: Vandaag een makkelijke dag. We hebben een bestemming op ongeveer 170 kilometer van Iglesia uitgekozen, dat is goed te doen. We nemen ruim de tijd voor het ontbijt,schoolwerk en koffie. Net ná de middag gaan we op pad. De route naar het noorden over weg 150 en ruta 40 is prachtig, af en toe lijkt het net of we door de Grand Canyon rijden.


Al na een paar kilometer wordt het duidelijk dat de onweersbui die we gisteravond in het noorden zagen, hier redelijk heeft huis gehouden. Op diverse lage plekken is zand en grind over de weg gespoeld, maar daar kunnen we wel omheen en doorheen. Als we ruta 40 opdraaien begint de weg te kronkelen en is het af en toe maar één auto breed, ook de tunnel die we tegenkomen, gelukkig is het erg rustig op de weg. Ook hier is het af en toe slecht gesteld met de weg, er liggen brokken steen en afgerukte planten op de weg. Hoe verder we komen hoe slechter het wordt. Op enkel plaatsen stroomt er water over de weg.

In de verte zien we de weg licht stijgen dus gaan we er van uit dat we geen last meer hebben van het overstromende water. Dit blijkt echter niet zo te zijn. Een paar keer lukt het ons nog om door het water te rijden, maar op een bepaald moment zien we dat de stroom te diep is en het water met geweld over de weg spoelt. Dikke keien worden door het water meegesleurd. Er staat een andere auto te wachten die het niet aandurft om er door te rijden. Ook wij durven het niet aan, teveel risico. Een pick-up die van de andere kant komt, lukt het maar nét. Dat is voor ons het teken om om te draaien richting Huaco. We moeten dan wel weer een aantal keren door het water, maar dat gaat nog.

In Huaco is echter niets anders te beleven dan modder en nog veel meer regen. We besluiten 40 kilometer terug te rijden naar San Jose de Jáchal, een plaatsje van nog enige betekenis. Daar aangekomen gooien we gelijk de tank weer vol diesel en pinnen maximaal. Ook proberen we hier een slaapplaats te vinden om het slechte weer af te wachten. De eerste hostel zit vol, maar de tweede heeft nog plek. Fijn, we hebben het gehaald, nu maar afwachten wat het weer doet. Als we zo in de lucht kijken ziet het er niet goed uit.

Op de terugweg hebben we gehoord dat ruta 40 naar het zuiden ook gesperd is door het water. Blijft de paso Agua Negro nog over, maar die zat vanmorgen ook al een poos dicht. Zoals Bruce Springsteen het zo mooi kan zeggen zijn we ‘TRAPPED’ in San José de Jáchal. We hebben een goed onderkomen gevonden en misschien is dit een gedwongen rustpauze, als het maar niet tot eind mei duurt. Er zit niets anders op dan afwachten. Van een ‘makkie’ werd het toch nog een spannende dag. Kortom, het gaan altijd anders dan je denkt.

Paso Aqua Negro

23-02: Na het ontbijtbuffet is het inpakken en wegwezen. Wij hebben precies geluk gehad met het zonnige weer. Vandaag is het bewolkt en fris. Omdat het weer somber is twijfelen we of we de paso Agua Negro naar Argentinië wel zullen nemen. Als we niets van de omgeving kunnen zien is het jammer. Als we meer het oosten inrijden wordt het weer zonnig en besluiten we de pas wel te nemen. Van twee Zwitsers (met vrachtwagen-camper) hebben we gehoord dat het wel zeven uur rijden is. We zullen zien.


Bij de Chileense grenspost gaat het er weer vriendelijk aan toe en is alles zo geregeld. We kunnen de pas over. De Argentijnse grenspost ligt een aantal uren verderop. Het is weer allemaal gravel de komende uren, maar we zijn het wel gewend. Het landschap wordt alsmaar mooier. Het is moeilijk te beschrijven. De bergen hebben allerlei (pastel)tinten: rood, paars, geel, oranje, groen, grijsachtig blauw en nog veel meer kleuren. Een prachtig gezicht. De geografische grens ligt op een hoogte van ca. 4780 meter. We zijn vandaag vanaf La Serena op ongeveer zeeniveau begonnen. We zijn benieuwd wat de hoogte met ons doet. Normaal gesproken wordt geadviseerd om langzaam te reizen naar grotere hoogte, maar omdat er tussen La Serena en de Paso Agua Negro weinig is, hebben we daarvoor geen mogelijkheid. We moeten het in één keer doen.

Als we na een aantal uur het hoogste punt bereiken, merken we echt dat er minder zuurstof in de lucht zit. Je voelt een soort druk op de borst en alles kost moeite. Bente en Huub klagen ook dat ze zich niet helemaal lekker voelen en Toon voelt zich echt hondsberoerd… We geven ze alle drie een plastic zak en zorgen dat we gauw weer dalen. Op 4200 meter hoogte voelen we ons allemaal al weer beter, behalve Toon. Hij voelt zich slecht en ziet haast groen. Op een meter of 3000 gaat het ook met hem weer goed. Bij het afdalen komen we langs prachtig gevormde sneeuwvelden. De sneeuw is gevormd als 'toefjes' op een schuimtaart.

Dan krijgen we nog de Argentijnse grenspost. De mevrouw van de douane heeft zo te merken nog nooit een formulier ‘tijdelijke invoer’ verstrekt, maar samen komen we er wel uit. We moeten hier ook weer een aantal zaken inleveren, te weten de boter, de jam en de mayonaise. Prima, neem maar mee. Inmiddels is het 19.30 uur en zijn we dringend toe aan een overnachtingsplek. We vragen of er na de grens nog cabaña’s zijn. Die zijn er over een kilometer of twee. Dat klinkt ons als muziek in de oren. Bij de eerste de beste cabaña melden we ons, maar daar is alles ocupada. Vanaf 20.00 uur zou er echter weer één vrij komen. Klinkt vreemd, maar als zij het zegt.. We zeggen dat we ergens wat gaan eten en om 20.00 uur terugkomen. Een eindje verderop is een heel leuk restaurant met een leuke eigenaar. Daar gaan we wat eten. Het blijkt dat zij ook een cabaña hebben. We besluiten dat we daar gaan overnachten. Het verhaal van de vorige cabaña klonk ook zo vreemd…

Na het eten genieten we nog van een enorme mooie onweerslucht in de verte. Het is een prachtig gezicht. Dan trekken we ons terug in onze cabaña en gaan heerlijk slapen. Wel is het weer enorm laat geworden voor de kinderen. Morgen maar niet zo ver rijden en lekker relaxen.

...ik ben toch zeker Sinterklaas niet !!


23 februari 2011

100

22-02: Na een prima nachtrust kunnen we bij dit resort aanschuiven bij een uitgebreid ontbijtbuffet. Dat is ook wel eens lekker en wat anders dan gisterochtend toen we in de auto al rijdend een broodje kaas of mortadella wegwerkten… Bovendien is dit een prima begin van de 100ste dag van onze reis!


We besluiten om vandaag het schoolwerk te verschuiven naar de middag en gaan deze ochtend La Serena bekijken. Het is één van de weinige mooie steden die we tot nu toe hebben gezien. Op de Plaza de Armas is een leuk marktje met artesania. Ook zijn er leuke winkeltjes. Wat opvalt is dat er hier (en sowieso overal in Chili/Argentinië) ontzettend veel farmacia (apotheken/drogisten) zijn. Bovendien is het in elk van deze farmacia druk! Wij halen alleen een bus after-sun, wat eerst wordt begrepen als after shave… Tja, Chilenen en engels gaat niet altijd samen, of zou onze uitspraak zo belabberd zijn?

Als we genoeg hebben van alle GBR-etjes (goed bedoelde rommeltjes = souvenirs) gaan we weer richting hotel/cabaña om wat te lunchen en schoolwerk te doen. Dan zijn de kinderen niet meer te houden en duiken het zwembad in. Al snel worden er vriendjes en vriendinnetjes gemaakt. Het is toch elke keer weer wonderlijk hoe ze dat zo snel voor elkaar krijgen.

’s Avonds koken we weer een eenvoudige doch voedzame maaltijd en proberen wederom de kinderen enigszins op tijd in bed te krijgen. We hebben genoten in dit luxe oord.

22 februari 2011

La Serena aan de Pacific

21-02: We verlaten zonder ontbijt ons hostel want we zien niemand van het personeel. Gelukkig hebben we gisteravond al afgerekend, anders hadden we nog moeten wachten ook! Het lijkt wel of we er nog alleen zijn. In een mini-mercado halen we wat brood en beleg en gaan dan opweg naar La Serena, een klein uurtje rijden. Het is een grote stad, en in eerste instantie valt het niet mee om in het centrum te komen.




Als we uiteindelijk via het centrum naar de kust rijden gaan we direct op zoek naar onderdak. We hebben al wel gezien dat het overal erg druk is, ook in deze laatste vakantieweek. Het eerste hotel dat we tegenkomen, langs de Grote Oceaan, ziet er vrij chique uit maar we hebben geen zin om weer allerlei adresjes af te rijden. En ja, hier hebben we direct beet. Er is plaats voor ons in een cabaña. De prijs is niet helemaal volgens budget, maar we zeggen toch ja. En wel voor twee nachten. De kinderen vinden het top, want we zitten weer aan de oceaan én er is een zwembad.

We installeren ons in de cabaña, doen de dagelijkse “moet”klusjes als schoolwerk en boodschappen en gaan dan naar het strand. Er zijn mooie golven om over te springen en de kinderen maken allemaal een eigen bouwwerk. Dat varieert van de Chinese muur tot de Andes. Ja, ook in dit spel wordt de reis betrokken.

Na de zee nog even het zwembad in, eten koken en proberen om de kinderen nu wel op tijd in bed te krijgen…

Sterrenkijken in Andacollo

20-02: Onze overnachtingsplek is erg basis, maar we hebben allemaal goed geslapen. Een groot pluspunt van dit huisje is dat het uitkijkt over de oceaan, we kijken zó op de branding.


Na het ontbijt gaan we even boodschappen doen en lopen we over de vismarkt bij de pier. Dit is niet het pittoreske marktje wat je zou verwachten, maar meer een paar rommelkramen waar de vis en schelpdieren worden verkocht. De geur is ook navenant. De uitgestalde waar zet ons niet aan tot aankoop, dus we vertrekken!! We willen vandaag wat verder naar het noorden, naar La Serena of zo.
Onderweg besluiten we om maar even van de snelweg af te gaan en een ‘binnendoor’-weg te nemen, de snelweg is niet bijster interessant. Al snel zitten we weer volop tussen de wijnvelden, vruchtbomen en cactussen. Het weer is ook gelijk beter nu we weer wat het binnenland in rijden. Op de kaart zien we het plaatsje “Andacollo” staan, een Chileens bedevaartsoort (De Maagd van Andacollo) in de bergen. Dat lijkt ons ook een mooie overnachtingsplaats. De weg die de TomTom aangeeft blijkt niet meer te bestaan, we doen het wel weer even met de kaart. Als we van de doorgaande weg afbuigen begint het meteen te klimmen en komen we weer in de haarspelden. Aan het eind van deze weg ligt Andacollo, toch nog een grotere plaats dan we hadden verwacht.

Ook in deze streek zijn er veel sterrenwachten c.q. observatoria met enorme telescopen, geplaatst op de toppen van bergen. Deze zijn allemaal voor wetenschappelijke doeleinden, maar in de Lonely Planet hebben we gelezen dat we vanuit Andacollo wel het observatorium van Collowara (http://www.collowara.cl/) kunnen bezoeken, die is niet voor de wetenschap maar voor andere geïnteresseerden. We melden ons aan bij de VVV en kunnen er vanavond om 21.00 uur naar toe.

Hoewel er op straat geen kip te bekennen is zitten de eerste vier hostels helemaal vol, dat valt ons tegen. Als Laura vervolgens haar beste Derk Bolt-beentje vóór zet lukt het toch, een kamer voor 4, maar dat lossen we zelf wel op.

Om 21.00 uur rijden we in het donker in een klein konvooi nog een paar onverharde en steile kilometers de bergen in naar het observatorium. De sterrenhemel is hier prachtig, doordat het enorm donker is. Eerst een film en daarna naar twee buiten opgestelde telescopen. Jammer dat de uitleg voor 98% in het Spaans is, maar de ervaring is mooi. Als de maan boven de horizon komt wordt het wat lichter en het zicht minder. Als afsluiting kijken we nog door de telescoop in de koepel. We zien uitdovende (oude) en pasgeboren sterren. Tegen 23.30 uur gaan we de berg weer af, weer een late pröttel.

21 februari 2011

Mendoza - Los Vilos

19-02: Om 9.30 uur vertrekken we uit Mendoza. We rijden de Andes in richting de grens met Chili. Dit is de belangrijkste grensovergang tussen Argentinië (Mendoza) en Chili (Santiago de Chile). Hoewel we door een dal rijden begint het gelijk al redelijk te klimmen. Het is zo’n 180 kilometer naar de grens. Prachtige landschappen trekken aan ons voorbij en de bergen worden steeds hoger en machtiger.


Zo’n 30 kilometer voor de grens rijden we vlak langs de Aconcagua, de hoogste berg van Zuid-Amerika (6962 m). We stoppen even bij het bezoekerscentrum en uitzichtpunt. Ondanks de wolken lukt het ons toch om heel even de top te kunnen zien. Onderweg werken we nog gauw even een zakje appels weg. Gezond, en op deze manier hoeven we ze straks bij de grens niet weg te gooien.

Het is voor ons even onduidelijk hoe het zit met de grens. Er zou een tunnel zijn waar de grens halverwege doorheen loopt, maar waar dan de Argentijnse grenskantoren zijn is ons een raadsel. We rijden maar gewoon door en zullen het wel zien. Inderdaad, vlak voor de grens moeten we tol betalen voor de ‘Cristo Redentor’-tunnel. Een lange, donkere en wat ons betreft een niet zo’n hele veilige tunnel, maar a la we zijn er door. Ook wordt er in dit berggebied overal aan de weg gewerkt, dus kruipen we ombeurten allemaal over één rijstrook. De pas ligt op circa 3.400 meter hoogte.

Dan zijn we ineens bij de Chileense grens. Dat is vreemd !!! Hebben we de Argentijnse kantoren dan ergens gemist? Hadden we in een vorig dorpje ergens de papieren moeten laten stempelen? Al gauw wordt duidelijk dat dit een gecombineerde grens is. Pffffw, dat scheelt nog weer. In de auto vullen we geroutineerd 5 immigratie-papieren, 1 auto-formulier en 2 fytosanitaire-formulier in. Bij de Argentijnse douane ontstaat er onduidelijkheid over ons ingevulde auto-formulier, ze hebben ons aan het begin niet de goede gegeven (eentje voor Chileense of Argentijnse burgers). Edwin moet dus met dat formulier naar een andere terminal om een goed ‘tijdelijk invoerdocument’ met de benodigde stempels te gaan halen. Niet zo’n groot probleem, maar er zijn net 4 bussen vol mensen aangekomen, dus staan er zo’n 250 mensen voor de loketten. Een aardige douaneman loodst Edwin even vooraan in de rij. Met dit nieuwe document weer langs de Chileense en Argentijnse politiepost voor een ‘in’- en een ‘uit’-stempel. Dan is dat klaar.

Ondertussen houdt Laura een aantal mensen van de SAG (gezondheidsdienst) lekker bezig. De inhoud van de bus wordt geïnspecteerd op de aanwezigheid van fruit, groente, ander plantaardig materiaal, vlees, melkproducten, honing etc. We hebben ondertussen geleerd dat je altijd ‘ja’ moet aankruisen op het formulier, dat betekent dat je iets van dat spul bij je hebt. Op die manier ben je ‘nooit de sjors’ als ze bij een inspectie iets vinden. De controle is grondig. Een zakje C-1000 rozijnen moeten we ter plekke opeten (zijn al wel 5x de grens over geweest, maar a la), een knoflookbol en een half zakje brandhout (voor de barbecue) moeten we inleveren.

Na de grens begint meteen de afdaling. Iets onder de pas is er een steil deel met 27 haarspeldbochten. Een indrukwekkend gezicht richting het dal. Het vrachtverkeer slingert zich daar langzaam omhoog en omlaag. We zijn dus snel beneden en komen dan in het wijngebied van Chili, de Centrale Vallei ten noorden van Santiago. Het staat er helemaal vol met wijngaarden. Zó vol, dat er geen plaats meer is voor een cabaña, want we kunnen er maar geen vinden.

We blijven maar doorrijden naar het noorden, want daar willen we naar toe. Pas in Los Vilos, aan de Pacifische kust, vinden we na wat zoeken een plekje. Als we het eten op hebben is het 21.00 uur en is het een veel langere dag geworden dan de bedoeling was. Het is niet anders, en morgen maar iets minder.