BLIJF MET ONS IN CONTACT EN STUUR EENS EEN MAILTJE: AMANRAALTE@GMAIL.COM


19 maart 2011

Arica

18-03: Vanochtend zijn we in ons hostel. We doen schoolwerk, werken ons blog bij, beantwoorden mailtjes en bestuderen de overnachtingsmogelijkheden op Paaseiland en Tahiti.


In de loop van de middag gaan we de stad nog even in, we hebben nog lang niet alles gezien. Zo staat er in Arica een stalen kerk (Catedral de San Marcos), gebouwd door Gustav Eiffel (die van de Eiffeltoren). Een kerk helemaal van staal, buiten en binnen, leuk om te zien.

Na de succesvolle kledingjacht voor de kinderen van gisteren probeert ook Edwin z’n slag te slaan. Er is behoefte aan een andere broek. In een land vol kleine tengere kereltjes is dat nog een hele opgave, maar uiteindelijk lukt het toch, maar de keuze is zéér beperkt, namelijk 1 type spijkerbroek in 1 kleur (zwart). Toch maar doen dan!! Ook Laura gaat naarstig op zoek naar nieuwe T-shirts voor de kinderen en haarzelf. Het lijkt wel slotverkoop of iets dergelijks want opeens staat ze tussen de graaiende mensen rondom een rek vol afgeprijsde artikelen. Voor ons zit er dit keer niets bij.

Bij de plaatselijke McDonalds raakt Laura aan de praat (in het Nederlands!) met een Chileense vrouw die hier in de buurt woont en meer dan 30 jaar in Nederland (Zaandam) heeft gewoond. Dat is leuk, en we krijgen diverse leuke lokale tips en een telefoonnummer van haar, mochten we hier in de problemen raken. Daar gaan we niet vanuit, maar je weet maar nooit...
De Chileense collectie van afgelopen zomer!!!

18 maart 2011

Verrekte manjar!!!

Hét broodbeleg van Chili en Argentinië is: MANJAR (spreek uit: mangar), in Argentinië heet het "Dulce de Leche". Het neemt zo'n prominente plaats in, in deze samenlevingen dat er wel een artikeltje op deze blog aan gewijd mag worden.

Manjar is gemaakt van gecondenseerde melk. Het is zoet, pasta-achtig en bruin van kleur en lijkt een beetje op het in Nederland verkrijgbare Bebogeen, het is dus wat caramelachtig. Als broodbeleg is het te koop in blikken, zakken, kuipjes etc., noem maar op. Je kunt er in de supermarkt en op straat niet omheen. Ook wordt het veelvuldig verwerkt in koekjes, taarten en ijs. Bij de lokale McDonald-sen gaat er in plaats van caramel, manjar over je Sundae-ijsje.

Wijzelf hebben altijd wel een potje of zakje mangar in ons 'eten-kratje' zitten voor als er ergens eens een keer geen 'ontbijt inclusief' is. Met een vers broodje is het erg lekker.

Verder noordwaarts...

17-03: Vandaag vertrokken uit Iquique, een onverwacht mooi en relaxte stad, kortom een verrassende ontdekking. We moeten een dertig kilometer oostwaarts terugrijden om weer op ruta 5 te komen. Deze weg voert ons net als enkele dagen gelden dwars door de Atacama-woestijn, de droogste plek op aarde. Op veel plaatsen hier heeft het nog NOOIT geregend. Het is hier echt ‘woest en ledig’.


Vandaag willen we helemaal naar het noorden van Chili, naar Arica, gelegen vlak aan de Peruaanse grens. Volgens de kaart zo’n 250 kilometer, dat is dus te doen. Ondanks dat het allemaal woestijn is moeten we af en toe nog fors klimmen en dalen. Dat gaat hier met enorme lange hellingen (25 – 30 kilometer) aan één stuk, niks haarspelden. Vooral het afdalen gaat dan erg lastig, want de snelheid ligt dan al gauw te hoog en er moet natuurlijk niet té veel geremd worden want dan heb je na een paar kilometer geen remmen meer over. Er zijn dan ook veel ‘emergencia pistas’ en aan de sporen te zien worden die ook nog al eens benut. Maar wij hebben ze gelukkig niet nodig. Bij de grens tussen twee regio’s is er nog weer een beperkte politiecontrole, maar dat stelt niet al te veel voor. We gebruiken deze verplichte stop om even wat te drinken.

Rond drie uur zijn we in Arica en zoeken een slaapplek. De eerste is gelijk raak, een mooi degelijk, schoon en licht hostel waar we twee kamers nemen, één voor de kinderen en één voor ons. We gaan de stad nog even in om wat boodschappen te doen voor het avondeten. Bij een kledingwinkel vragen we nog even naar wat korte broeken voor de jongens. De in december in Santiago gekochte korte broeken zijn van achteren tot op de draad versleten. Onze vraag is wat ongelukkig omdat hier net de nieuwe wintercollectie in de winkels hangt, tja en daar zit geen korte broek meer tussen. De verkoopster duikt even een paar minuten het magazijn in en komt terug met een restantje zomerkleren. Er zit zowel voor Toon, als voor Bente en Huub wel wat tussen aan korte broeken, rokjes en shirts. Het mooie is dat het bijna geen drol kost, alles ongeveer € 1,50 per stuk, onder het motto: “anders blijft het toch maar in het magazijn liggen”. Met een tas vol kleren keren we ‘huiswaarts’.


17 maart 2011

ZOFRI

16-03: Na hetzelfde ochtendritueel als gisteren gaan we vandaag met de auto naar de ZOFRI: een belastingvrije zone. Onze digitale fotocamera is aan vervanging toe. Op veel foto’s staan een of twee zwarte stippen. Als we de lens van de buitenzijde schoonmaken verdwijnen deze stippen niet. Bovendien doet de zoom het niet altijd even goed. We zullen zien wat er te halen valt.




Het is even zoeken, maar uiteindelijk vinden we het gebouw met bijbehorende parkeerplaats. Er staan een aantal mannen die tegen een geringe vergoeding auto’s wassen. We besluiten dat de onze ook best een wasbeurt kan gebruiken. Ga jullie gang. Over een uurtje of twee zijn we wel weer terug. Groot voordeel hiervan is ook dat we even een paar man verantwoordelijk hebben gemaakt voor onze auto, die letten wel op dat er niets gebeurd, anders geen geld. De ZOFRI is erg groot. Heel veel winkels met nog veel meer elektronica. Alles is er, ook diverse fotowinkels. Uiteindelijk vinden we een camera die ons aanstaat en die vergelijkbaar is met wat we hebben. We lopen nog wat langs allerlei winkeltjes, drinken wat, scoren eens een ijsje en gaan dan terug naar de parkeerplaats. De auto is blinkend schoon. De mannen zijn erg enthousiast en aardig. We maken nog een foto van ze en gaan met onze blinkende bus weer richting hostel.

Vanuit de hostel gaan we nog even de stad in om wat te eten en langs het strand gaan we op een bankje kijken naar de ondergaande zon. Dan zit de dag er weer op. Het is iets minder laat geworden dan gister.

Iquique

15-03: Na een goede nachtrust gaan we naar een mini-mercado in de buurt om broodjes te scoren en wat drinken te halen. In onze, ook overdag, duistere cabaña genieten we van het eenvoudige ontbijt. Dan doen we in het hostel schoolwerk en rond een uurtje of één gaan we de stad in. Het is 15 blokken verderop. Op de plaza is de big-ben in een iets kleinere variant nagebouwd. Het ziet er mooi uit, zeker met de fontein ervoor. Iquique is toch een mooie en relaxte stad. We struinen door de stad en gaan her en der wat artesania-winkeltjes binnen.

Rond een uur of vier gaan we naar de pier. Daarvandaan vertrekken bootjes, mits er voldoende passagiers zijn voor een rondvaart van een uur. We moeten even geduld hebben, maar dat is geen probleem. Op de houten pier zit een zeeleeuw. Deze kunnen we nu goed bewonderen. Bovendien vliegen de pelikanen af en aan. Rond een uur of vijf is er voldoende animo en kunnen we, na eerst reddingsvesten te hebben aangetrokken, vertrekken. Het is een oude boot, die zeer langzaam vaart. De reisleider verteld een en ander door een megafoon, maar wij begrijpen er geen woord van. Onze reisgids vermeld dat de boei waar we omheen varen de plek markeert waar in de oorlog tussen Chili en Peru (1879-1884) het Chileense schip de Esmeralda gezonken is. Dat zegt jullie waarschijnlijk net zoveel als ons.....niets dus, maar het was wel een mooi tochtje op de boot.


Op de terugweg varen we nog langs een kolonie zeeleeuwen op de rotsen. Het blijft een mooi gezicht. Als we weer bij de pier zijn heeft een kolonie zeeleeuwen een zijde van de pier ingenomen! Het zal wel prettiger zitten op hout dan op de rotsen.

’s Avonds gaan we in de stad nog even ergens wat eten en dan lopen we weer naar “huis”. Het is weer laat geworden vandaag. Rond 21.30 uur liggen de kinderen in bed…

16 maart 2011

Atacama-woestijn

14-03: Rond 10.30 uur vertrekken we uit San Pedro en rijden zo’n 100 kilometer naar Calama. Iets ten noorden van deze stad ligt de grootste ‘open pit’ kopermijn ter wereld. Gisteren hebben we een mailtje gestuurd om een tour mee te kunnen maken, maar vandaag niets van gehoord. We besluiten er maar gewoon naar toe te rijden om te zien of we misschien nog meekunnen. Deze mijn is een dorp op zich. Laura waagt een poging maar krijgt te horen dat er alleen officiële tours vanuit Calama worden toegelaten. We rijden terug naar Calama om ons te melden bij de Tourist-info en/of een slaapplaats te vinden. In de Lonely Planet wordt Calama beschreven als een ‘shit-hole’ en dat is niets teveel gezegd. We doorkruisen de stad maar kunnen de tourist-office niet vinden en ook geen fatsoenlijke overnachtingsplek, wat een shit-hole. We besluiten door te rijden naar Iquique. Dat is nog wel een heel eind, maar het is nog vroeg en misschien komen we eerder nog wel een slaapplek tegen.
De hele dag rijden we door de Atacama-woestijn, een enorme droge en lege vlakte, er is helemaal niets te bekennen, er groeit geen sprietje groen en er loopt geen beest. Ook zijn er onderweg nauwelijks dorpjes. We zijn blij dat we in Calama hebben getankt. Tegen een uur of vier zien we iets wat op een chauffeurscafé lijkt. We gaan vast warm eten, als het vanavond dan wat later wordt, hebben we in ieder geval gegeten. Het menu is beperkt, maar dat geeft niet. Op het moment dat de laatste van ons heeft besteld, staat de bestelling al op tafel. Zo snel hebben we het nog nooit meegemaakt, dat lukt zelfs de chinees in Raalte niet. Het eten is eenvoudig maar lekker, en daar gaat het om.

Iquique ligt tussen de Pacific-kust en het kustgebergte. Vanuit de bergen zeil je dan ook zo, in één streep, de stad binnen. Het valt nog niet mee om een slaapplek te vinden, maar uiteindelijk vinden we onderdak bij een jeugherberg. Het is dan al bijna donker, het werd dan ook tijd. We zitten hier direct aan de Tsunami-evacuatieroute, maar volgens de beheerder hebben ze hier eergisteren niets gemerkt van het aangekondigde hoogwater. We slapen ook op de eerste verdieping, dat scheelt ook nog weer .

De Carabineros van Chili....een vriend voor altijd, maar dat wisten wij al!


15 maart 2011

Slenteren

13-03: Vandaag blijven we ‘thuis’ en gaan niet de hort op. Laura brengt de was weg zodat we morgen met frisse was weer op pad kunnen. Ook slaan we weer een slag met het schoolwerk, dat kan hier mooi, want er is voldoende plek om te werken.

Rond de middag slenteren we wat door San Pedro. De kinderen kopen nog wat souvenirs van hun ‘zakgeld’.

Aan het eind van de middag komen we op de plaza onze Zwitserse medereizigers (vrachtwagencamper) ook weer tegen. Grappig toch, dat je zonder iets af te spreken en ieder met een eigen reistempo, elkaar toch telkens weer tegenkomt.

Zout en meren

12-03: Vandaag zijn we vanuit San Pedro eerst naar het grote zoutmeer ten zuiden van dit dorp gereden. Een immense vlakte van zoute aarde en zout water, Lago Chaxa. Dit is echter een heel ander type zoutmeer dan dat we laatst in Argentinië (Salinas Grande) doorkruist hebben. Deze laatste was helemaal spierwit en vlak. Lago Chaxa is wat smoezeliger van kleur en veel ruiger. Dat komt door de verschillende samenstellingen van het zout. Het is erg heet op deze zinderende vlakte, maar dat weerhoudt ons er niet van een flink eind de vlakte op te lopen. Het is verbazingwekkend om te zien hoeveel leven er nog zit in zo’n extreem zout en onvriendelijk milieu. Overal lopen hagedisjes en fourageren vogels (waaronder flamingo’s) naar kleine waterbeestjes.


Vanaf Salar de Atacama rijden we nog ruim 100 kilometer naar het zuiden, op weg naar twee mooie meren op de altiplano. Voorbij het dorpje Socaire veranderd het asfalt weer in gravel en begint de weg snel te stijgen. We klimmen in snel tempo van 2500 meter naar ruim 4000 meter. Het uitzicht is enorm. Vlak vóór de Argentijnse grens komen we dan bij de Lagunas Miñiques en Miscantie. Twee prachtige diepblauwe meren met een witte zoutrand er langs en omgeven door statige met sneeuwbedekte vulkanen van bijna 6000 meter hoog. Het valt ons wel op dat ,in tegenstelling tot 10 jaar geleden, overal een toegangsprijs betaald moet worden, terwijl je er toen gewoon met een busje naar toereed. Op zich ook wel weer begrijpelijk dat de natuurbeherende instantie een graantje meepikt van de grote belangstelling. Het is hier koud op deze hoogte, maar de zon is gemeen fel.

Als we terug zijn bij onze cabaña gaan de kinderen nog even zwemmen en bereiden wij een eenvoudige doch voedzame maaltijd en genieten we van de prachtige sterrenhemel hier in de woestijn.