BLIJF MET ONS IN CONTACT EN STUUR EENS EEN MAILTJE: AMANRAALTE@GMAIL.COM


3 juni 2011

200

Gisteren zagen we in onze agenda dat we al 200 dagen onderweg zijn. Even verder tellend blijkt dat we nog maar 72 dagen hebben te gaan voordat we weer in Nederland zijn. Wat gaat de tijd toch snel, dat is normaal al zo maar nu op reis gaat het voor ons gevoel nog veeeeeeel sneller. Het verveelt ons nog niets.
We hebben in deze 200 dagen veel verschillende mensen ontmoet, een enorme afstand afgelegd met allerlei vormen van vervoer en hebben al 112 verschillende overnachtingsplaatsen gehad.

Op het nippertje

02-06: Zonder problemen zijn we de nacht doorgekomen op onze kampeerplek. Voor 8.00 uur moeten we vertrekken of betalen voor het parkeren. Wij kiezen voor een andere parkeerplaats. Daar ontbijten we, regelen we koffie en gaan vervolgens nogmaals het stadje in. We willen proberen om de boot van 13.45 uur te halen. Gisteren zagen we onderweg ergens een afstand van 60 kilometer naar Picton voorbijkomen, dus als we om 11 uur wegrijden is dat mooi op tijd.

Als we langs een muziekwinkel komen besluiten we even een kijkje te nemen. We maken een praatje met de eigenaar en vertellen dat we plannen maken voor als we weer in Nederland zijn en muziekinstrumenten bespelen staat ook op dat lijstje. De kinderen mogen op een elektrische drum spelen. Ze vinden het helemaal gaaf. Wij laten ons alvast een beetje voorlichten.

Rond kwart over 11 vertrekken we uit Nelson, richting Picton. Tot onze schrik zien we dat het geen 60, maar nog 139 kilometer is. Dat wordt wel héél krapjes… We stellen onze plannen bij en besluiten dan de laatste boot van 18.40 uur te nemen. Later wijzigt dat weer in: “Waarom nemen we geen camping vlak vóór de boot, dan hoeven we ook niet om 22.00 uur in Wellington nog te zoeken naar een slaapplaats?”.

Als we rond half twee in Picton aan komen rijden gaan we eerst naar de haven. Het eerste de beste kantoortje gaan we binnen en informeren over de boot. We kunnen nog mee met de boot van 13.45 uur! Niets 1 uur van tevoren aanwezig zijn, één minuut! Betalen, kinderen jassen en schoenen aan, brood en beleg mee voor op de boot en de boot op! Tja, plannen weer bijgesteld! Joepie! We zitten op de boot! Blijkt maar weer dat het het best is om niets, of in ieder geval zo weinig mogelijk van tevoren, te bespreken of vast te leggen.

Om iets voor zessen komt de boot aan in Wellington en om zes uur rijden we van het haventerrein af. We gaan richting Palmerston North. Onderweg vinden we ergens een camping. Parkeren, inpluggen en koken maar! Heerlijk, weer gewoon stroom!

Stout!

1-6: De wildkampeerplek voldeed weer goed. Wel waren er (zoals we vaker hebben gemerkt) af en toe vrachtwagenchauffeurs en automobilisten die het niet na kunnen laten even te toeteren. Zeker als het nog lekker vroeg is ’s morgens. Maakt ons niets uit. We slapen heerlijk verder. Als we het er zelf naar hebben gaan we rijden. Doel vandaag: Nelson. Het schijnt een leuke stadje in het noorden te zijn.

Tegen half vijf komen we aan in Nelson. We parkeren de auto bij het Tourist Information. Als we de parkeerplaats opdraaien zien we een bord staan waarop staat dat het mogelijk is om op deze parkeerplaats met de camper te overnachten. Dat komt goed uit. Dat willen we wel: wildkamperen in het centrum van Nelson. Bij de Tourist Information informeren we hoe laat de boten morgen gaan van Picton naar Wellington. Ook vragen we even hoe het zit met het wildkamperen op naastgelegen parkeerplaats. Het beleid van de gemeente blijkt gewijzigd te zijn en wildkamperen mag er helaas niet. Wij vragen haar waarom het bord er nog staat dan? Tja, gemeente hè! Wij doen net of we gek zijn en gaan wildkamperen op deze plek. Lekker stout! De mevrouw van de Tourist Information geeft ons eigenlijk groot gelijk!

Als we alle informatie hebben, gaan we het stadje in. Het blijkt echter al bijna sluitingstijd voor de winkels. Dan stuiten we op “The Lone Star” een restaurant waar we 15 jaar geleden ook af en toe aten. We besluiten dat vandaag ook maar eens te doen. Het is erg gezellig binnen, de kinderen krijgen een mooie kleurplaat en het eten is heerlijk. Zo kunnen we mooi wat tijd kwijt en zitten we niet al te vroeg op onze verboden wildkampeerplek. Om het allemaal wat minder opvallend te maken doen we de gordijntjes in de cabine niet dicht. Gelukkig kunnen Edwin en Laura bij het (gratis) licht van de lantaarnpaal nog lezen in hun boeken.

1 juni 2011

Aangeharkt!

31-05: Rond de middag komen we aan in Hanmer Springs. Een klein sjiek aangeharkt wintersportdorpje aan weg 7 en vlak vóór de Lewis Pass. Alles ziet er keurig netjes en verzorgt uit. Wij zelf hebben eigenlijk nét iets té lang haar, net iets téveel baard en een net iets té tweedehandscamper voor dit dorp. Eigenlijk een beetje Flodder die Zonnedael binnenrijdt. Toch worden we door iedereen hartelijk ontvangen en geholpen. Hier is wel internet en daar maken we dan ook graag gebruik van. Een tweede hoogtepunt is de aanwezigheid van een groot Spa & Pool-complex. Niet verkeerd na een aantal nachten wildkamperen. Je kunt ook beter je geld uitgeven aan dit soort vertier dan aan een dure camping, met allerlei faciliteiten die we toch niet gebruiken.


De hele middag, tot ná zonsondergang, hangen we rond in dit complex. Heerlijk!!! Lekker warme (en minder warme) thermaal baden in de frisse buitenlucht. Pas rond 18.00 uur staan we weer buiten. Dan moeten we nog weer op pad om een overnachtingsplek te vinden. Ná zo’n drie kwartier rijden zien we een mooie picknickplaats, zonder bordjes ‘No camping’, dus daar gaan we staan. Als we de camper uitzetten is het hier pikkedonker en kraakhelder, dus weer een prachtige sterrenhemel.

Herfsttinten

30-05: Het is prachtig mooi herfstweer als we wakker worden, zonnetje, strakblauwe lucht, sneeuw op de bergen, mooie knalgele larixen en dieprode rozenbottelstruiken. Een plaatje. Er hebben maar een handjevol mensen overnacht op deze afgelegen camping, wat zal het hier in het hoogseizoen druk zijn gelet op het aantal kampeerplaatsen.

De eerste klus is om de was uit de droger in het washok te halen. Gisteravond laat hadden we ruzie met de wasmachine. Ergens halverwege het wasprogramma hielt ie ermee op en liet zichzelf helemaal vollopen met water. Tja, en dan zijn dit van die machines waar je aan de buitenkant helemaal niets aan kunt doen, alleen munten ingooien. Dan maar zelf de was uit het water vissen en zo goed mogelijk uitwringen, maar dat betekent wel extra droogbeurten. Het is niet anders….

In de loop van de ochtend rijden we terug naar de hoofdweg en weer verder richting het noorden. We maken nog een stop in Lake Tekapo, ook weer zo’n wonderlijk blauw meer. We schieten alweer mooi op richting het noorden. We proberen echter wel zoveel mogelijk andere routes te nemen. Tegen de avond vinden we een mooie picknickplaats aan een riviertje. Daar gooien we ons anker uit en installeren we ons voor de nacht.

31 mei 2011

Mount Cook

29-05: Ondanks dat we de verwarming aan hebben gehad vannacht is het toch behoorlijk koud in de camper. We blijven lekker lang onder de wol liggen. Waarom zouden we ook haast maken? Als we ons uiteindelijk toch in de kleren hebben gehesen maken we een heerlijk ontbijt: eieren met spek! Daar wordt je lekker warm van! Het zonnetje begint wat te schijnen en langzaamaan zijn we weer helemaal op bedrijfstemperatuur.

Als de kinderen in het speeltuintje spelen maken wij ons klaar voor vertrek. Water bijvullen, kastjes afsluiten, vuil water lozen, camper uitvegen, bedden fatsoeneren, vuilnis weggooien, losse spullen achter slot en grendel. Rond kwart over tien gaan we weer ‘en route’. Ons doel vandaag: Mount Cook zien, de hoogste berg van Nieuw-Zeeland.

Het is weer een hele rit, maar de natuur blijft fantastisch en het rijden is lekker rustig hier in Nieuw Zeeland. Weinig verkeer op de weg. Onderweg weer de gebruikelijke dingen: koffie drinken, tanken, koffie drinken, onze favoriete CD luisteren, Nintendo-en, souvenirwinkeltjes kijken. De dagen lijken voorbij te vliegen.

Tegen vijf uur naderen we Mount Cook Village. Ongeveer 20 kilometer voor dit dorpje is een camping. Die boeken we vast, dan is dat maar weer geregeld en zijn we vannacht verzekerd van elektriciteit (lees: verwarming). Mount Cook is bedekt met sneeuw. De piek van de berg zit verstopt in de wolken. Wel zien we de gletsjers die op de berg liggen.


We hebben besloten om in de Backpackers Lodge wat te eten, dan kunnen we op de camping straks direct onder de warme dekens. Het is hier ook weer erg koud, ondanks dat het nog niet vriest.

Dunedin

28-05: Ook vandaag worden we weer verrassend wakker op een mooie plek. Het was wel een superkoude nacht vannacht. Het koelt toch behoorlijk af ’s nachts. Het valt dan ook niet mee om warm te worden ’s morgens. De beste remedie is gewoon gaan rijden en de verwarming aandoen, de kinderen blijven de eerste kilometers nog even onder de dekens liggen.

Al redelijk op tijd zijn we in Dunedin. We besluiten het Otago-schiereiland op te rijden, richting de pinquïns (the yellow eyed pinguïns). Om er te komen moeten we heel veel bochten rijden. Als we rond het middaguur de parkeerplaats opdraaien is er niet veel te beleven. Het blijkt dat er vanaf kwart voor vier pas tours worden verzorgd. De pinguïns komen dan uit zee. Eerder gaan kijken heeft dus niet veel zin. We besluiten niet te wachten. We vinden het wel jammer dat we deze soort pinguïns niet kunnen zien, maar zijn tevreden met de duizenden pinguïns die we in Zuid-Amerika wél gezien hebben.

We rijden nog even naar het Albatros Research Center. Daar kijken we even rond. We gaan niet met een tour mee maar besluiten weer richting Dunedin te gaan. De camper parkeren we aan de rand van het stadscentrum. We struinen wat langs winkeltjes en gaan zoals gebruikelijk bij de Mac koffiedrinken om even gratis te kunnen internetten. In de stad is het erg rustig. Het zal wel met het tijdstip te maken hebben: zaterdag aan het eind van de middag.

Bij een plaatselijke bakker kopen we brood voor morgen en vragen een andere klant de weg naar een camping. Als zij ons de weg uitlegt, scoren de kinderen bij de bakker een gratis broodje en een vlag van het football-team van Dunedin. Deze club moet blijkbaar vanavond spelen. Dat interesseert de kinderen niet al te veel, maar de vlag is prachtig.

De camping is gauw gevonden. Verwarming aan (het is hartstikke koud), eten koken, douchen en nog even naar (o)pa en (o)ma bellen! We hebben een telefoonkaart geregeld waarmee we goedkoop naar Nederland kunnen bellen. Het is toch wel even leuk om de familie live te horen! En zaterdagochtend (Nederlandse tijd) bleek een goed moment!
...bellen naar Nederland!