BLIJF MET ONS IN CONTACT EN STUUR EENS EEN MAILTJE: AMANRAALTE@GMAIL.COM


20 januari 2011

Cueva de los Manos

DAAR ZIJN WE WEER!!!

18-01: Rond een uur of negen staan we op. We breken gelijk onze spullen op en ontbijten daarna. Het is mooi weer, maar er staat een stevige wind. Als we wegrijden hebben we nog maar een paar kilometer en dan begint de roemruchte gravel van Ruta 40. We zien dat ze druk bezig zijn met het verlengen van het asfalt, maar daar hebben we nu niets aan. Misschien de volgen de keer !! Het is gelijk al raak, een weg vol wasbord en dikke keien. De snelheid loopt terug naar 25 kilometer per uur, en dan te weten dat Ushuaia nog zo’n 1200 kilometer rijden is.


Zo’n 20 kilometer verderop komen we aan bij de afslag naar de ‘Cueva de los Manos’ (de grot van de handen), een archeologische plek waar een grote hoeveelheid muurschilderingen (handen) zijn gevonden. Deze staat op de World Heritage List van de UNESCO, een bezoek waard. Maar hier krijg je niets voor niets, dus vanaf de afslag is het 43 kilometer gravel (en uiteraard 43 terug), maar dat mag de pret niet drukken.

Ook qua wildlife hebben we een topdag. Vanmorgen zagen we gelijk al een flamingo en een gordeldier. Nu richting de grotten zien we groepen guanaco’s (wilde lama’s), condors en nandu’s (kleine struisvogel).

Na een uur hobbelen en trillen komen we aan bij de grotten. We wachten op de rondleiding van 14.00 uur. We krijgen allemaal een helm op en lopen dan met zo’n 20 man met een gids richting de grotten en de rotstekeningen.

De tekeningen zijn indrukwekkend om te zien. Ze stammen uit verschillende tijden, tussen de 9000 en 1000 jaar geleden en zijn aangebracht door nomadische groepen jagers en verzamelaars die deze grotten bij de rivier benutten voor onderdak. De oudste tekeningen zijn het minst duidelijk en het simpelst, de meest ‘recente’ tekeningen zijn nog redelijk fel van kleur en al wat gedetailleerder dan de eerste. De kleuren zijn gemaakt door ter plaatse voorkomende pigmenten te mengen met vloeistoffen en deze op de poreuze rotsen aan te brengen. Het valt ook op dat er alleen maar linkerhanden zijn afgebeeld. Ook zijn er afbeeldingen van guanaco’s, jachttechnieken, salamanders etc.



Als we de tekeningen hebben bekeken gaan we terug naar onze bus en rijden de 43 kilometer terug naar de hoofdweg. Na een paar kilometer op Ruta 40 komen we in Bajo Caracoles. In de Lonely Planet wordt hierover gezegd: ”als je iets te lang met je ogen knippert ben je er voorbij”. Dat is een goede omschrijving. Het is eigenlijk een tankstation (= tankwagen + 2 pompen) met een paar huizen er omheen. Maar ja, het volgende dorp (lees: gat) ligt 336 gravel-kilometers verderop.




Eigenlijk willen we hier alleen een warme maaltijd nuttigen, maar in het winkeltje treffen we 2 Nederlandse fietsers , Gerrit & Marieke(Amersfoort). Zij slapen in het naastgelegen hostel. Wij besluiten ook daar een kamer te nemen, want het volgende stuk is toch eigenlijk een te lange ruk en het is al achterin de middag. We eten ook maar in het hostel. Er is daar nog een Frans stel dat in 4 jaar met hun motor de wereld over reist, en gedurende het begin van de avond stroomt het kleine hostel vol met reizigers. Een gezellige boel.

We drinken koffie en een biertje met Gerrit & Marieke, zij gaan morgen op zoek naar een lift naar het zuiden, fietsen is hier bijna niet te doen, slechte weg, koud en een zeer harde wind schuin van voren. Wij zijn blij dat we hier gebleven zijn en dat we vannacht niet hoeven te kamperen, de wind giert om het hostel en het is erg koud buiten. Morgen is er weer een dag.

1 opmerking:

  1. Wat een mooie foto's! En wat leuk dat jullie natuurlijk weer Nederlanders tegen zijn gekomen, je ziet ze ook overal!
    Dinsdag stond er niets in de V.krant, dus morgen direct op pad (Read Shop heeft er maar 1)en copieeren!
    Hier alles nog ok. Josje gaat voor haar amandelen 28 jan naar het ziekenhuis (alleen gesprek), daarna zsm onder 't mes als het kan!
    Groetjes van ons!

    BeantwoordenVerwijderen