16-01: Vanmorgen rond 8.00 uur gewekt door een medewerker van het hostel in verband met onze boottrip om 9.00 uur naar de marmergrotten. Eerst nog even een ontbijtje, dan warme kleding aan en op weg naar de gele caravan. Daar treffen we de dame waarbij we gistermiddag dit tripje hebben geboekt. Ze brengt ons met haar auto naar de boot. Daar trekken we reddingsvesten aan en kunnen we vertrekken. De kinderen vinden het best wel spannend op deze boot, maar na een tijdje begint het te wennen. Na een klein halfuurtje varen komen we bij de schitterende marmergrotten. De boot wordt er af en toe een klein eindje ingevaren om alles beter te kunnen bekijken. Ook de kinderen vinden het heel interessant. Het water is prachtig blauw en helder. We varen zelfs een keer door een natuurlijke tunnel die in het marmer is ontstaan. Het is wel even passen en meten met het bootje, maar het kan prima. We verwonderen ons over hoe de natuur dit allemaal voor elkaar krijgt. Prachtig!
De boottocht terug varen we, op verzoek van Toon, un poco mas rapido (in ons beste spaans). Er is iets meer wind gekomen, dus ook wat meer golven. De boot bonkt af en toe op het water, maar nu zijn de kinderen gewend en vinden ze het schitterend.
Omdat we heerlijk zijn uitgewaaid en het aardig koud hebben gekregen nemen we aan wal warme chocomelk. Rond een uurtje of half één gaan we de Carretera Austral weer op.
Gravel, gravel en nog eens gravel in vele varianten maar met kilometers wasbord. Vooral als we na zo’n 60 kilometer van de Carretera afslaan naar een ‘wit weggetje’ op de kaart, maar wel dé doorgaande weg naar Argentinië. Diverse keren duiken we echt een grindbak in (het Jos Verstappen-effect). Ook zijn er fikse steile hellingen, waar we in de eerste versnelling tegen op moeten kruipen. Onze bus krijgt flink op z’n donder, soms lijkt het of het onderstel en de carrosserie ieders hun eigen weg gaan. Maar tot nu toe nog geen enkel technisch mankement. Ook wij zijn het inmiddels gewend en genieten dan weer extra van een stukje asfalt, beton of klinkers. De ruige en ongerepte natuur blijft boeien. Besneeuwde bergtoppen, azuurblauwe meren, rotsformaties. Hoe komen deze meren toch zó intens blauw of turkoois? Het is eigenlijk niet te beschrijven. De foto’s moeten het verhaal vertellen, alhoewel deze nooit kunnen weergeven hoe mooi het in werkelijkheid is. We rijden de hele dag langs het meer dat in Chili ‘Lago General Carrera’en in Argentinië ‘Lago Buenos Aires’ heet, op het Titicacameer ná het grootste meer van Zuid-Amerika.
Rond half vijf komen we aan in Chile Chico (klein Chili), het eerste dan wel laatste stadje voor de grens. We proberen een slaapplaats te vinden. Diverse malen stapt Laura uit bij cabañas, maar helaas: of ocupada (bezet) of niet voor 5 personen, of (tot 3 maal toe): niemand te bekennen. Maar we blijven proberen. Laura begint al aardig op Derk Bolt (spoorloos) te lijken. Maar zoals altijd, en net zoals bij Derk, komt alles uiteindelijk goed. We vinden een nette cabaña voor een goede prijs en vlak aan het meer. Wij slepen onze spullen naar binnen en de kinderen genieten aan het strand. Perfect! We koken zelf zodat we mooi de verse producten die we nog aan boord hebben kunnen opmaken en morgen niet weg hoeven te gooien.
Morgen op naar de volgende grenspost met Argentinië, 9 kilometer verderop!
17 januari 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
He, wat gaaf weer allemaal. We zitten lekker te zwijmelen hier hoor.
BeantwoordenVerwijderenZoen Agnes