Al redelijk op tijd zijn we in Dunedin. We besluiten het Otago-schiereiland op te rijden, richting de pinquïns (the yellow eyed pinguïns). Om er te komen moeten we heel veel bochten rijden. Als we rond het middaguur de parkeerplaats opdraaien is er niet veel te beleven. Het blijkt dat er vanaf kwart voor vier pas tours worden verzorgd. De pinguïns komen dan uit zee. Eerder gaan kijken heeft dus niet veel zin. We besluiten niet te wachten. We vinden het wel jammer dat we deze soort pinguïns niet kunnen zien, maar zijn tevreden met de duizenden pinguïns die we in Zuid-Amerika wél gezien hebben.
We rijden nog even naar het Albatros Research Center. Daar kijken we even rond. We gaan niet met een tour mee maar besluiten weer richting Dunedin te gaan. De camper parkeren we aan de rand van het stadscentrum. We struinen wat langs winkeltjes en gaan zoals gebruikelijk bij de Mac koffiedrinken om even gratis te kunnen internetten. In de stad is het erg rustig. Het zal wel met het tijdstip te maken hebben: zaterdag aan het eind van de middag.
Bij een plaatselijke bakker kopen we brood voor morgen en vragen een andere klant de weg naar een camping. Als zij ons de weg uitlegt, scoren de kinderen bij de bakker een gratis broodje en een vlag van het football-team van Dunedin. Deze club moet blijkbaar vanavond spelen. Dat interesseert de kinderen niet al te veel, maar de vlag is prachtig.
De camping is gauw gevonden. Verwarming aan (het is hartstikke koud), eten koken, douchen en nog even naar (o)pa en (o)ma bellen! We hebben een telefoonkaart geregeld waarmee we goedkoop naar Nederland kunnen bellen. Het is toch wel even leuk om de familie live te horen! En zaterdagochtend (Nederlandse tijd) bleek een goed moment!
...bellen naar Nederland! |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten