leuke spreuk onderweg |
Rond half één maken we even een stop. Even uit de auto om de benen strekken. Er wordt juist een auto met caravan afgesleept. De auto had het om de een of andere reden begeven, vlakbij deze parkeerplaats mét noodtelefoon! Is dat even geluk hebben voor deze mensen! Met een laatste: “Wie biedt op een mooie gebruikte RangeRover! Eénmaal, andermaal….!” verlaten de pechvogels met de sleepwagen deze parkeerplaats (ja, met humor hou je de moed erin!). Ze worden afgesleept naar Cooper Pedy, zo’n 170 kilometer, terug naar waar ze net vandaan kwamen!
Rond half vier komen we aan in Coober Pedy, een mijnbouwstad. Volgens de reisgids op het eerste oog een “shithole”, maar zeker een bezoekje waard. Vijftig procent van de bevolking woont hier onder de grond in verband met de extreme weersomstandigheden hier: ’s zomers zo heet als een oven, en ’s winters ijzig koud! Ja, dan is wonen onder de grond nog niet zo gek!
In Coober Pedy wordt opaal gewonnen. In 1858 voor het eerst door de Europeaan John McDouall Stuart. Toen heette het hier nog “The Stuart Range Opal Field”. In 1920 werd de naam omgedoopt in Coober Pedy, wat komt uit het Aboriginals: ‘kupa pita’, wat betekent:’white man in a hole’. Een hele toepasselijke naam dus!
In Coober Pedy blijkt de eerste camping die we aandoen zowaar vol! Wat krijgen we nou. Vlug naar de volgende, want het rijdt hier af en aan met campers en auto met caravans! Gelukkig, het is weer gelukt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten